Vak: Challenge semester 5 credits: 15

Vakcode
HLVH23CHA5
Naam
Challenge semester 5
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
15
Taal
Nederlands
Coördinator
S.L. Leistra
Werkvormen
  • Gastcollege
  • Hoorcollege
  • Individueel
  • Intervisie
  • Opdracht
  • Practicum / Training
  • Stage, werk
  • Werkcollege
Toetsen
  • Challenge semester 5 - Portfolio assessment
  • Experience 3: Wintersport - Actieve participatie

Leeruitkomsten

De student kiest een challenge die voldoende uitdaging biedt om de leeruitkomsten op hoofdfase niveau af te ronden. Op basis van het vraagstuk vanuit de praktijk, maakt de student een 0-meting m.b.t. de onderstaande leeruitkomsten op hoofdfase niveau. De student bepaalt op welke wijze hij/zij de gedragingen van de betreffende leeruitkomsten zichtbaar gaat maken en aan gaat tonen in het portfolio assessment (zie document LoLu’s voor uitwerking van de gedragingen).

Bekwaam in professionele ontwikkeling, De sportleraar geeft op een systematische wijze sturing aan zijn eigen professionele identiteit op basis van reflectie en kennis en ervaringen van anderen en draagt op deze wijze bij aan de ontwikkeling van zichzelf en de directe, professionele omgeving
Bekwaam in vakmatige ontwikkeling d.m.v. onderzoekend vermogen, De sportleraar voert onderzoek uit in zijn beroepssituatie op basis van de interventiecyclus . Hij doorloopt, onder begeleiding en binnen gegeven kaders, de interventiecyclus of delen ervan en maakt daarbij gebruik van deels aangereikte theorieën om tot verbeteringen te komen. Dit proces voert hij op systematische en navolgbare wijze uit.
Bekwaam in samenwerken met collega’s en de omgeving, De sportleraar neemt samen met collega’s verantwoordelijkheid voor het leerklimaat binnen de vaksectie. Hij draagt bij aan positieve en productieve werkverhoudingen in de vaksectie.
Vakinhoudelijke bekwaamheid, De sportleraar plant, realiseert, verantwoordt en evalueert onder begeleiding en vanuit een gegeven kader, een ontwikkelingsgerichte leeromgeving in bewegingssituaties. Dit doet hij op basis van een aangereikt kader dat gaat over de visie op het vak en over inzichten en ontwikkelingen op het gebied van bewegen en sport.
Pedagogische bekwaamheid, De sportleraar realiseert, binnen gestelde kaders en onder begeleiding, een veilige en ontwikkelingsgerichte leeromgeving voor leerlingen zodat leerlingen zich sociaal-emotioneel en moreel verder ontwikkelen, waarbij de sportleraar rekening houdt met diversiteit en aandacht schenkt aan zelfvertrouwen en een actieve leefstijl.
Didactische bekwaamheid, De sportleraar realiseert onder begeleiding beweegprogramma’s passend bij het leerplan van de vaksectie en het onderwijskundig beleid van de school.

Competentieniveau 
Hoofdfase niveau  

 

Inhoud

Gedurende semester 5 wordt de student inhoudelijk begeleid door de challengebegeleider. De begeleiding in de persoonlijke ontwikkeling wordt uitgevoerd door de studiecoach.

De student in semester 5 is pedagogisch bekwaam als hij een sociaal-emotioneel veilig, ondersteunend, stimulerend en daarmee motiverend leerklimaat voor zijn leerlingen realiseert. Hij volgt de ontwikkeling van zijn leerlingen en stemt daarop zijn handelen af. Hij draagt bij aan de sociaal-emotionele, morele en cognitieve ontwikkeling van zijn leerlingen en weet bij afwijkende signalen passend te handelen. Op deze wijze bereikt hij dat leerlingen zich veilig voelen, gezien en gehoord worden én geaccepteerd worden zoals ze zijn. Een fijne, voorspelbare en positieve sfeer zorgt ervoor dat leerlingen graag naar school komen, waar ze in een ontspannen omgeving leren sporten en bewegen. Tevens kan de student op verschillende niveaus (leiding, docent, leerling) beargumenteren wat hij doet en waarom hij dit doet. Hij beheerst de inhoud van zijn vak en kan keuzes legitimeren op basis van een visie, wetenschappelijke inzichten en internationale ontwikkelingen. Hij begrijpt de verschillende visies en de maatschappelijke relevantie. De sportleraar is kundig en kan inhouden kiezen, zodat leerlingen leerstof leren. Hij kent de doelstellingen van lichamelijke opvoeding en kan het belang daarvan uitleggen. 
De student weet beweegsituaties ‘leerbaar’ te maken voor zijn leerlingen en (talent)krachtige en motiverende leeromgevingen te realiseren. Hij hanteert hierbij een gezonde spanning tussen haalbaarheid en uitdaging creëren. De student is voortdurend onderwijs aan het ontwerpen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundig beleid van de school en het vakwerkplan van de vaksectie.  
De vakdidactische bekwaamheid staat in verbinding met de vakinhoudelijke bekwaamheid. Als student  is het dus van belang dat je doelen stelt, leerstof selecteert en ordent, de samenhang tussen lessen uitwerkt, passende werkvormen kiest, leermaterialen ontwikkeld én passende en betrouwbare toetsen kiest, maakt of ontwikkelt en dat alles afgestemd op het niveau en de kenmerken van je leerlingen. 
De student is bekwaam in samenwerken met collega’s en de omgeving als het team van sportleraren het werk goed onderling afstemt en als sportleraren elkaar ondersteunen en werk van elkaar overnemen. Zo neemt de werkdruk vaak af en wordt het resultaat hoger. Een team functioneert op zijn best als iedereen elkaar waardeert en elk teamlid zich onderdeel van de groep voelt. Dit teamgevoel creëer je vooral door open te staan voor de kwaliteiten van andere teamleden en elkaar, ondanks verschillen in karakter, te accepteren en gezamenlijke doelen na te streven. De student werkt vanuit de context van de school samen met verschillende teams om een gezamenlijk opvoedingsdoel te realiseren: betekenisvol bijdragen aan het gezond opgroeien van kinderen. Hij kan zijn professioneel handelen afstemmen met zijn collega ́s, met andere professionals die voor de ontwikkeling van de leerling verantwoordelijk zijn en met ouders. 
De student gebruikt zijn onderzoekend vermogen ten dienste van zijn dagelijkse beroepspraktijk. Zo kan hij de kwaliteit van zijn werk verbeteren en is hij in staat te innoveren en flexibel in te spelen op wat zich in het beroep voordoet. De sportleraar kan met zijn onderzoekend vermogen een actieve rol vervullen in een veranderende wereld, de intrinsieke waarde van het vak blijvend versterken en daarmee het vak helpen ontwikkelen. Hierbij maakt hij gebruik van de principes van ontwerpgericht onderzoek. 
De student is bekwaam in professionele ontwikkeling als hij in staat is zijn werk en ontwikkeling te sturen, om kan gaan met veranderingen en het optimale uit zichzelf haalt. De student is leergierig en wil zowel zichzelf als het vak, de organisatie en het veld waarin hij werkt verder brengen. Hij werkt hier planmatig aan. 
Aan het eind van semester 5 staat een ‘Wintersport Experience’ op het programma. In de beroepsvorming van sportleraar is het van belang dat iedereen ervaring in deze context op doet. Veel sportprofessionals hebben in hun toekomst te maken met projectweken in binnen- en buitenland. Het ontwikkelen van bijbehorende organisatievaardigheden behoort dan ook bij de beroepsvorming van sportleraarschap. Daarnaast is interculturele bekwaamheid voor de leraar van de toekomst van wezenlijk belang. De wereld wordt gekenmerkt door globalisering en multiculturaliteit. Dit heeft consequenties voor de leraar van de toekomst, zowel in de nationale als internationale beroepscontext.
Tijdens de week nemen de studenten deel aan alle georganiseerde activiteiten:
• deelname aan ski –en/of snowboardlessen om vaardigheden te
vergroten (dagprogramma)
• deelname aan de georganiseerde avondactiviteiten
• deelname aan voorlichting professioneel afstudeerjaar
Voor de actuele literatuur wordt verwezen naar de studiehandleiding.
  
In dit proces wordt de student vanuit de opleiding begeleid op persoonlijke leerdoelen en criteria die vanuit de 0-meting door de student gekoppeld worden aan de leeruitkomsten van de hoofdfase.  
Aan het einde van het semester toont de student in een portfolioassessment aan hoe hij de leeruitkomsten heeft gerealiseerd. 
Voorafgaand aan het assessment dient de student gebruik te maken van verschillende datapunten om zijn voortgang in kaart te brengen en hier feedback op te ontvangen. Naast het gebruik van datapunten wordt de student middels werkvormen uitgedaagd om zijn voortgang te bespreken met medestudenten (peers) en andere stakeholders. Voorafgaand aan de summatieve toetsing doet de student een self assessment. 

Voor deze module geldt, naast de aanschaf van de verplichte literatuur en evt. aanvulling op het kledingpakket, geen additionele kosten. 

In deze module gaan de studenten deelnemen aan de wintersporttexperience. De student is verplicht een eigen bijdrage te betalen. Voor studenten wordt ook een kosteloos alternatief aangeboden. In de wintersportexperience wordt actieve participatie getoetst. Het voldoende afronden van deze toets is voorwaardelijk voor het behalen van credits voor de challenge.



 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Sportstudies