Vak: Sportpraktijk 2 - Beïnvloeden van brede bekwaamheid credits: 5

Vakcode
HLVP22SP2
Naam
Sportpraktijk 2 - Beïnvloeden van brede bekwaamheid
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
M.N. Baalmans
Werkvormen
  • Individueel
  • Opdracht
  • Practicum / Training
  • Werkcollege
Toetsen
  • Sportpraktijk 2 - Vaardigheidstoets

Leeruitkomsten

Deze code draagt met name bij het realiseren van aan onderstaande leeruitkomsten:

Leeruitkomst: vakinhoudelijke bekwaamheid (propedeuse niveau):
De sportleraar plant, realiseert, verantwoordt en evalueert onder begeleiding en vanuit een gegeven kader beweegactiviteiten die bijdragen aan het beter leren bewegen en sporten van kinderen.

Leeruitkomst: vakdidactische bekwaamheid (propedeuse niveau):
De sportleraar realiseert onder begeleiding beweegprogramma’s passend bij gegevens kaders. 

Inhoud

Sportpraktijk 2, beïnvloeden van brede bekwaamheid


Tijdens het tweede semester staat sportpraktijk in het teken van het beïnvloeden van brede deelnamebekwaamheid. Naast dat er aandacht is voor het ontwikkelen van (eigen) motorische vaardigheid, is er nadrukkelijk aandacht voor hoe de sport vertaald kan worden naar het bewegingsonderwijs om zo bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen. Het methodisch-didactische principes die hiervoor nodig zijn, zijn tevens toetsstof voor de BOK-toets van het betreffende semester.

Uit de kennis en vaardigheidsbasis (BOKS) komen de volgende onderdelen aan de orde:

Leren van principes, methodieken en didactieken in de volgende onderdelen.
  • Atletiek (hoogspringen, kogelstoten, sprinten, duurloop);
  • Zwemmen (reddingszwemmen, rugcrawl, rugslag);
  • Turnen (salto vo, handstand-overslag, schouderkip, trapeze zwaaien);
  • Spel (handig ballen, voetbal, frisbee, flagfootball, rollen van deelnemers, balbezit);
  • B&M (deelgebieden uit het basisonderwijs; hiphop/breakdance).

De praktijklessen zijn gericht op met name de vakinhoudelijke bekwaamheid (kennis van de sport, methodiek, eigen vaardigheid, meervoudig deelname bekwaam) en didactische bekwaamheid (hoe bied je het vak aan). Daar waar mogelijk wordt de koppeling met BOK-inhouden gemaakt.
Bij de diverse sportvakken krijgen studenten middels formatieve toetsingen (bijv. peer- en selfassessments) inzicht in hun eigen ontwikkeling. Daar waar mogelijk, wenselijk en haalbaar wordt de voortgang door de student bijgehouden in een overkoepelend portfolio.

Toetsing
De studenten volgen een aantal weken de verschillende sporten. Daarna wordt er een formatieve toetsing afgenomen.  
Wanneer bij de formatieve toetsing een sport wordt afgerond, wordt dit omgezet naar de summatieve afronding. De beoordelingscriteria zijn terug te vinden op BlackBoard.
Na dit moment worden er diverse oefenmomenten georganiseerd, waar studenten de mogelijkheid hebben hun vaardigheid in de diverse domeinen verder te ontwikkelen (indien nodig o.b.v. de formatieve toetsing).  
Na deze momenten wordt tijdens een docentenvergadering bepaald of de student – over alle domeinen bekeken – voldoende heeft geparticipeerd (= voorwaardelijk) en voldoende sportvaardig en methodisch-didactisch vaardig is. Het uitgangspunt is dat hij alle domeinen voldoende moet hebben afgerond. Hier kan van worden afweken wanneer er tijdens de docentenvergadering anders wordt besloten.
Onder actieve participatie wordt verstaan dat van studenten wordt verwacht dat zij zich actief inzetten door aanwezig te zijn en actief deel te nemen aan geplande activiteiten. Een essentieel uitgangspunt is de volledige aanwezigheid van studenten bij alle lessen en activiteiten, waarbij zowel docenten als medestudenten rekenen op actieve betrokkenheid bij de diverse onderwijsvormen. De actieve participatie wordt beschouwd als een cruciaal aspect van de studie en voorbereiding op het werkveld in de onderwijs- en sportsector.  



Voor de actuele literatuur wordt verwezen naar de studiehandleiding.
 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Sportstudies