Vak: Afstudeeropdracht credits: 30
- Vakcode
- HRVH3ASO
- Naam
- Afstudeeropdracht
- Studiejaar
- 2024-2025
- ECTS credits
- 30
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- C.L.I. Oosting
- Werkvormen
-
- Afstudeeropdracht
- Toetsen
-
- Afstudeeropdracht - Overige toetsing
Leeruitkomsten
| HR kennis in de context | Ba-A | De afgestudeerde beschrijft een selectie van (internationale) hr-theorieën en concepten die actueel zijn en brengt daarin samenhang aan. Hij beargumenteert de keuze voor die selectie en gebruikt die voor het op te lossen hr-vraagstuk in de organisatie. |
| Onderzoeken | Ba-B | De afgestudeerde past, vanuit een gekozen onderzoekparadigma, de volgende stappen uit de onderzoekcyclus consistent toe: na een probleemanalyse formuleert hij een doelstelling, schrijft een theoretisch kader, eindigt daarin met een richtinggevende vraagstelling en kiest een passende onderzoeksmethode. Deze stappen worden consistent uitgevoerd en de student is transparant in de keuzes die hij hierbij gemaakt heeft. |
| Ba-C | De afgestudeerde past, vanuit een gekozen onderzoekparadigma, de volgende stappen uit de onderzoekcyclus consistent toe: Hij ontwikkelt één of meerdere passende meetinstrumenten, verzamelt data en analyseert deze op een inzichtelijke wijze tot resultaten en trekt op basis van deze resultaten conclusies die aansluiten bij de geformuleerde vraagstelling. Deze stappen worden consistent uitgevoerd en de student is transparant in de keuzes die hij hierbij gemaakt heeft. | |
| Ba-D | De afgestudeerde schat achteraf de waarde in van onderzoeks- dan wel praktijkkennis gelet op praktische bruikbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit. | |
| Professioneel vakmanschap | Ba-E | Analyseren: de afgestudeerde analyseert een (advies)vraagstuk en de interne en externe context waarin dit vraagstuk zich afspeelt. Hij gebruikt daartoe verschillende bedrijfskundige en hr- modellen en concepten en komt tot een geaccepteerde probleemdefinitie. |
| Ba-F | Adviseren: de afgestudeerde komt tot een inhoudelijk onderbouwd advies ter verbetering van een probleemsituatie, waarbij hij rekening houdt met de interne en externe context en geeft implementatie-overwegingen en -richtingen aansluitend bij zijn advies. | |
| Ba-G | Schriftelijk communiceren: de afgestudeerde brengt schriftelijk op een gestructureerde, heldere en overtuigende wijze concepten, ideeën en meningen over waarbij hij in aanpak en formulering rekening houdt met degene(n) voor wie de tekst is bestemd. | |
| Ba-H | Mondeling communiceren: de afgestudeerde brengt mondeling op een heldere wijze concepten, ideeën en meningen over waarbij hij in aanpak en formulering rekening houdt met degene(n) voor wie de boodschap is bestemd; hij weet betrokkenen met argumenten en enthousiasme voor zijn ideeën te winnen. | |
| Ba-I | Resultaten vaststellen: de afgestudeerde doet voorstellen om adviezen resultaatgericht te evalueren binnen de context en gebruikt daarbij meetbare indicatoren. | |
| Eigen professionalisering | Ba-J | De afgestudeerde signaleert beroepsethische dilemma’s en komt tot handelingsalternatieven op basis van ethische besluitmodellen. |
| Ba-K | De afgestudeerde onderkent patronen in het eigen gedrag en denken en reflecteert op systematische wijze tot op het niveau van eigen overtuigingen en beroepsidentiteit. Hij vertaalt deze reflectie naar ontwikkelpunten. |
Inhoud
De afstudeeropdracht vormt de finale fase van de opleiding. De kern van de afstudeeropdracht is het uitbrengen van een advies over een HR-probleem in een arbeidsorganisatie. Om tot een dergelijk advies te komen doet de student een uitgebreid onderzoek. Het advies presenteert de student mondeling in een presentatie bij de organisatie en schriftelijk in de vorm van een adviesrapport. Dit laatste verdedigt hij in het eindgesprek op de opleiding.
Door actief te netwerken verwerft de student zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid een afstudeeropdracht naar aanleiding van een actueel, complex personeelsprobleem in een organisatie van enige omvang. Zijn positie in de organisatie die de opdracht verstrekt, is die van beginnend beroepsbeoefenaar. Voor de arbeidsorganisatie betekent dit dat men een volwaardige arbeidsprestatie op het niveau van een beginnend personeelsadviseur mag verwachten.
Bij deze afstudeeropdracht gaat de student als een beginnend extern personeelsadviseur zelfstandig aan het werk; ‘zelfsturing’ is dus het motto.
Door actief te netwerken verwerft de student zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid een afstudeeropdracht naar aanleiding van een actueel, complex personeelsprobleem in een organisatie van enige omvang. Zijn positie in de organisatie die de opdracht verstrekt, is die van beginnend beroepsbeoefenaar. Voor de arbeidsorganisatie betekent dit dat men een volwaardige arbeidsprestatie op het niveau van een beginnend personeelsadviseur mag verwachten.
Bij deze afstudeeropdracht gaat de student als een beginnend extern personeelsadviseur zelfstandig aan het werk; ‘zelfsturing’ is dus het motto.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Instituut voor Bedrijfskunde