Vak: Werken aan gezondheid propedeuse niveau 1 credits: 10

Vakcode
HVVP24WAG1
Naam
Werken aan gezondheid propedeuse niveau 1
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
10
Taal
Nederlands
Coördinator
B.B. Visser
Werkvormen
  • Action learning
  • Gastcollege
  • Hoorcollege
  • Opdracht
  • Projectonderwijs
  • Werkcollege
Toetsen
  • Analyse preventieve zorg - Overige toetsing
  • Ontwerpen en uitvoeren preventieve zorg - Overige toetsing

Leeruitkomsten

Leerwegonafhankelijke leeruitkomsten:
  • De beginnend beroepsbeoefenaar analyseerthet risicovolle gedrag en mate van zelfmanagementvan dezorgvrager en (indien van toepassing), diens naasten met behulp van gangbaremodellen en gebruikt deze informatie bijhet bevorderen van gezondheidvan preventieve zorg voor zorgvrager/naastenen doelgroep.    
  • De beginnend beroepsbeoefenaar pastpreventieve (eHealth) interventiestoeafgestemd opdebehoefte van dezorgvrager en (indien van toepassing), diens naastengerichtop het bevorderen van het zelfmanagementbij het verkrijgen van een gezonde leefstijl.  

​​​​​​Indicatoren niveau 1:

  • Kan met behulp van passende modellen het gedrag en de omgeving van zorgvrager(s) op basis van (potentiële) gezondheidsproblemen en leefstijl signaleren en analyseren
  • Stelt de preventieve zorg vast en verantwoord keuzes vanuit verschillende (wetenschappelijk )kennisbronnen. 
  • Voert gezondheidsbevorderende (ehealth) interventies uit bij het realiseren van een gezonde leefstijl in relatie tot (potentiële) gezondheidsproblematiek. 
  • Kan met passende gespreksvaardigheden de zorgvrager en diens naasten ondersteunen bij het realiseren of handhaven van een gezonde leefstijl gericht op het versterken van het zelfmanagement  

CanMedsrol: Zorgverlener, communicator, gezondheidsbevorderaar

Kernbegrippen uit BN2020 opleidingsprofiel

  • Zelfmanagement versterken: het ondersteunen van zelfmanagement van mensen, hun naasten en hun sociale netwerk, met als doel het behouden of verbeteren van het dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid en ziekte en kwaliteit van leven. 
  • Persoonsgerichte communicatie: het actief luisteren naar de zorgvrager, informeren van de zorgvrager en deze in staat stellen keuzes te maken in de zorg en de zorgvrager als uniek persoon benaderen; op een natuurlijke manier gids, coach, expert of adviseur zijn, afhankelijk van het moment en de omstandigheden. 
  • Indiceren: het vaststellen, beschrijven en organiseren van de aard, duur, omvang en doel van de benodigde (verpleegkundige) zorg, in samenspraak met de zorgvrager, op basis van gediagnosticeerde of potentiële, nader te onderzoeken en te diagnosticeren patiëntproblemen. 
  • Inzet ICT: het toepassen van de nieuwste informatie- en communicatietechnologieën en het bieden van zorg op afstand (eHealth) als aanvulling op het persoonlijk contact met de zorgvrager. 
  • Preventie gerichte analyse: het analyseren van het gedrag en de omgeving van de zorgvrager dat leidt tot gezondheidsproblemen van zorgvragers en doelgroepen.
  • Gezond gedrag bevorderen: het bieden van ondersteuning bij het realiseren van een gezonde leefstijl in relatie tot (potentiële) gezondheidsproblematiek. 
Competentie beheersingsniveau (CBN, 2022) 

Binnen het eerste niveau is sprake van een midden complexe context waarbij de focus ligt op het methodisch toepassen van kennis en vaardigheden a.d.h.v. richtlijnen en protocollen in variërende maar soortgelijke situaties. De aard van de taak is gestructureerd waarbij bekende methoden worden toegepast.   Er is een opbouw in zelfsturing wat leidt tot een deels gestuurde, deels ongestuurde begeleiding. Met begeleiding tijdens de voorbereiding en de uitvoering waarbij aandacht is voor het leren van (strategische) planning, self-efficacy, motivatie en reflectie. De reflectie op het handelen is gericht op het weten en begrijpen, waarbij de focus ligt op vernieuwing.

Professionele identiteitsontwikkeling

De kernbegrippen, verpleegkundige leiderschap, professioneel gedrag, onderzoekend vermogen, professionele reflectie en morele sensitiviteit zijn ondergebracht bij de persoonlijke en professionele (identiteit)ontwikkeling. Deze kernbegrippen vormen een cluster met eigen leeruitkomsten en zijn in het curriculum geïntegreerd opgenomen in de deskundigheidsgebieden.


Leeruitkomsten 

  1. De beginnende beroepsbeoefenaar toont verpleegkundig leiderschap, professioneel gedrag, onderzoekende houding en morele sensitiviteit binnen het verpleegkundig handelen om de persoonlijke en professionele (identiteits) ontwikkeling (en positionering binnen de organisatie) te versterken  
  2. De beginnende beroepsbeoefenaar reflecteert op betekenisvolle situaties ten aanzien van de persoonlijke en professionele (identiteits) ontwikkeling.

Indicatoren niveau 1
  • Neemt initiatief in het voeren van regie over de zorgverlening aan de zorgvrager en diens naasten vanuit vakinhoudelijke deskundigheid en werkt hierin interprofessioneel samen  
  • Handelt naar de professionele standaard, wet-en regelgeving, de beroepscode en neemt verantwoordelijkheid voor eigen handelen  
  • Toont een kritische onderzoekende en reflectieve (basishouding) en verantwoord het handelen vanuit verschillende (wetenschappelijk) kennisbronnen.    
  • Toont compassie voor de wensen en noden en daarbij behorende emoties van de zorgvrager en kan een relatie leggen met de moreel-ethische context van de zorgverlening. 
  • Reflecteert methodisch op betekenisvolle situaties waarbij opgedane inzichten leiden tot het experimenteren van nieuw gedrag. 
Kernbegrippen uit BN2020 opleidingsprofiel  
  • Professionele reflectie: Het kritisch beschouwen van het eigen verpleegkundig gedrag in relatie tot beroepscode en beroepswaarden en het in (mono- en multidisciplinaire) besprekingen oer zorgvragers betrokken en zorgvuldig argumenteren, rekening houdend met de emoties en belangen van de zorgvrager vanuit het besef dat zorg een moreel-ethische praktijk behelst.  ​​​​​​
  • Onderzoekende houding (a): Het tonen van een kritische, onderzoekende en reflectieve (basis)houding en het verantwoorden van het handelen vanuit (verschillende) kennisbronnen in zorgsituaties en bij zorg- en organisatievraagstukken.   
  • Morele sensitiviteit: het tonen van een voortdurende gevoeligheid vanuit compassie voor de wensen en noden en de daarbij horende emoties va de zorgvrager en het daarop reageren met passend en persoonsgericht gedrag waarin de zorgvrager zich gehoord en begrepen voelt.  
  • Verpleegkundig leiderschap: het initiatief nemen in het voeren van regie over het eigen vakgebied vanuit ondernemende, coachende en resultaatgerichte houding.  
  • Professioneel gedrag: Het handelen en zich gedrag naar de professionele standaard en de beroepscode, verantwoordelijkheid nemen in het eigen handelen en het uitdragen van de beroepstrots.    

Inhoud

Narratief:

De verpleegkundige beweegt zich in een maatschappij en zorgsector, waarin het denken in termen van zorg en ziekte verschuift naar denken in gedrag en gezondheid. De verpleegkundige draagt bij aan het bevorderen van gezondheid van mensen door het ondersteunen van hun zelfmanagement. Waar mogelijk betrekt de verpleegkundige de naasten en/of mantelzorg actief, waar dit ontbreekt legt zij contact met of initieert zij een sociaal netwerk rondom de zorgvrager. Zij houdt daarbij rekening met de fysieke (leef)omgeving, sociale relaties, cultuur en leefstijl. Daarnaast richt zij zich op de omgeving van de zorgvrager en diens naasten, op groepen zorgvrager en op andere professionals of instanties, of gemeenten. De verpleegkundige benadert mensen met hoge risico’s op gezondheidsproblemen actief. Zij beïnvloedt de leefstijl en gezond gedrag van burgers en zorgvragers, in de context waarin zij werkt. 

Toetsing:
 

Tijdens deze module werk je aan het behalen van de leeruitkomsten. Voor deze leeruitkomsten zijn bijbehorende indicatoren opgesteld, de indicatoren zijn een verduidelijking en concretisering van de leeruitkomst.   

Je verzamelt bewijsstukken zowel op individueel niveau als in groepsproducten. Deze bewijsstukken zijn gekoppeld aan de indicatoren. Alle indicatoren moeten uiteindelijk voldoende zijn behaald om hiermee de leeruitkomst te kunnen aantonen. Omdat het belangrijk is dat je voldoende ruimte krijgt voor je persoonlijke ontwikkeling ontvang je feedback op het bewijsstuk én de wijze waarop je hebt gewerkt aan dit bewijsstuk aan de hand van een one-point-rubric Hiermee krijg je inzicht of het bewijsstuk onder, op of boven het niveau is.   

Daarmee krijg je inzicht in je eigen leerproces en weet je welke stappen je nog moet nemen om uiteindelijk de leeruitkomsten te kunnen behalen. Deze bewijsstukken worden inclusief feedback verzameld in een portfolio. Aan het einde van de module wordt op basis van de leeruitkomsten en de bewijsstukken een eindbeoordeling gegeven.  


Inhoud en opdrachten  

De verpleegkundige speelt in toenemende mate een belangrijke rol in preventie en het bevorderen van gezondheid. De aandacht gaat daarbij niet alleen uit naar preventie van gevolgen van ziekte of behandeling en bevordering van zelfmanagement. Er wordt ook steeds meer aandacht gevraagd voor preventie van gezondheidsproblemen en vroegsignalering. Ter ondersteuning hiervan is het belangrijk dat de verpleegkundige ICT-mogelijkheden kan inzetten in de preventieve zorg 

In deze module ga je op verschillende manieren leren hoe je op een methodische manier de gezondheid kunt bevorderen. Zo ga je leren hoe je bij een individuele zorgvrager en diens naasten risicovol gedrag en zelfmanagement kunt analyseren en dit kunt beïnvloeden.  

Door het uitwerken van een vraagstuk ga je leren hoe je de gezondheid van een doelgroep in een wijk kunt analyseren en bevorderen.   
Daarnaast leer je tijdens de communicatieve vaardigheidslessen motiverende gesprekstechnieken toe te passen in gesimuleerde gesprekken met een zorgvrager. Hierbij leer je de principes van persoons- en familiegerichte zorg toe te passen, zodat het zelfmanagement met de zorgvrager en diens naasten bevorderd wordt.  

Tevens ga je tijdens een beroepsoriëntatie oriënteren op de manier waarop in de praktijk de verpleegkundige invulling geeft aan haar taken op gebied van gezondheidsbevordering.  
 

Professionele identiteitsontwikkeling 

Binnen deze module wordt gewerkt aan de persoonlijke en professionele (identiteit) ontwikkeling in een cyclisch proces, gericht op leerdoelen, zelfevaluatie en reflectie.    

De kernbegrippen verpleegkundig leiderschap, professioneel gedrag, onderzoekend vermogen, morele sensitiviteit en professionele reflectie zijn onderdeel van de leeractiviteiten en bewijsstukken van de verschillende deskundigheidsgebieden. Aan het einde van elke module wordt reflecties aangeleverd gebaseerd, op voor de student, betekenisvolle situaties gericht op de professionele (identiteit) ontwikkeling. Deze reflecties worden opgenomen in het portfolio die is samengesteld voor desbetreffende module. De reflecties worden beoordeeld op de toegepaste reflectiemethodiek. De verzamelde reflecties dienen tevens als input voor het verpleegkundig pleidooi aan het einde van de opleiding.   

 Daarnaast wordt binnen de kerngroepen doorlopend aandacht besteed aan de persoonlijke en professionele (identiteit) ontwikkeling. Dit krijgt inhoud door het cyclisch (laten) invullen van de competentiescan, het opstellen van persoonlijke leerdoelen en het uitvoeren van een zelfevaluatie. De kernbegrippen verpleegkundig leiderschap, professioneel gedrag, morele sensitiviteit, onderzoekende houding vormen de basis van de competentiescan.   

 

 

 

 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie voor Verpleegkunde