Vak: Masterwerkplaats 3 Onderzoeken & Positioneren credits: 30

Vakcode
MJDM24MWP3
Naam
Masterwerkplaats 3 Onderzoeken & Positioneren
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
30
Taal
Nederlands
Coördinator
A. de Hoop
Werkvormen
  • Hoorcollege
  • Practicum / Training
  • Werkcollege
Toetsen
  • Masterbiografie met positionering - Presentatie
  • Netwerkevent Reuring als disseminatie en doorwerking - Mondeling
  • Onderzoeksdossier en werkschouw/pitchvoorstel als poster/infografic - Presentatie
  • Profileringsruimte - Overige toetsing

Leeruitkomsten

De masterstudent:
  • Articuleert eigen stellingname ten aanzien van actuele vraagstukken in kunsteducatieve contexten en onderbouwt deze met onderzoeksliteratuur, artistieke/informatieve/verhalende/materiële bronnen, beleidsdocumenten, en eigen gegeneerde data vanuit praktijken (1a, 1d, 2d, 3a, 3b, 3c, 4a, 5c, 5d)
  • Rapporteert de eigen positionering in een samenhangend onderzoeksdossier en communiceert deze overtuigend aan derden (3d, 4a).
  • Maakt transparant en navolgbaar hoe het onderzoeksproces verlopen is en reflecteert kritisch op eigen methodologisch en integer handelen (5a, 5b)
  • Initieert en leidt activiteiten die uitmonden in transfer van in de masteropleiding verworven kennis en vaardigheden door op verschillende niveaus te interageren en samen te werken. (4d)
  • Creëert op basis van analyse op ethisch verantwoorde wijze maatschappelijke en/of economische waarde uit de in de masteropleiding verworven kennis en inzichten en weet deze voor derden overtuigend zichtbaar te maken. (2d, 3d, 4e)
  • Positioneert op overtuigende en ondernemende wijze het eigen professioneel denken en handelen in diverse (inter)nationale netwerken, binnen en buiten het eigen vakgebied. (2c, 4b, 4c)
  • Documenteert en presenteert verbeeldingsrijk in bewust gekozen media de eigen competentieontwikkeling vanuit het perspectief van de kunstenaar, educator en onderzoeker. (1a, 5a)

Inhoud

De student articuleert een eigen gefundeerde positie ten aanzien van een actueel vraagstuk uit de kunsteducatieve praktijk. De student formuleert deze op basis van relevante en actuele theorieën, artistieke/informatieve/verhalende/materiële bronnen en beleidsdocumenten en vertrekt hierbij vanuit de eigen ervaring, belangstelling en ambities. Deze stellingname bouwt bij voorkeur voort op het essay, artistiek logboek, kunstpedagogische visie en/of kunsteducatieve ontwerpen maar de student mag ook een nieuwe richting kiezen.  Studenten onderzoeken hun eigen vraagstuk verder in de praktijk in verschillende onderzoeksétudes waarvan zij op transparante, navolgbare en ethisch verantwoorde wijze verslag leggen. Zij vormen van hun position paper en de verslaglegging van de onderzoeksétudes een samenhangend onderzoeksdossier. In trainingen en gastcolleges verwerven de studenten de benodigde communicatieve vaardigheden om de vergaarde inzichten uit het onderzoeksdossier voor het voetlicht te brengen.
 
Dit onderzoeksdossier is de opmaat tot de laatste fase van de masteropleiding waarin de eigen profilering en de positionering in het werkveld – getoond en verwoord in het netwerkevent ‘Reuring’, de masterbiografie en het masterassessment – centraal staat.  Voor de doorwerking van het gehele masterprogramma initieert en leidt de student activiteiten die een waarde-creatie in het werkveld teweegbrengen – wel of niet in co-creatie. Deze krijgen in interactie met het werkveld vorm in het gezamenlijk netwerkevenement Reuring en er wordt in de masterbiografie op gereflecteerd. Hiertoe behoort ook de profileringruimte, waarin studenten hun discipline- of werkvelddeskundigheid verdiepen. Met het masterassessment, gebaseerd op de masterbiografie, toont de student ten opzichte van interne en externe examinatoren aan over alle mastercompetenties te beschikken.

 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie Minerva