Vak: Specialistisch praktijkleren 1 credits: 15

Vakcode
PHLM19SEPA-SEM1
Naam
Specialistisch praktijkleren 1
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
15
Taal
Nederlands
Coördinator
A. Grootoonk
Werkvormen
  • Stage, werk
Toetsen
  • Beoordelingsgesprek - Portfolio assessment

Leeruitkomsten

Medische deskundigheid
LU-MD.1.1.: Als medisch deskundige voert de student in het kader van veelvoorkomende aandoeningen en afgestemd op de gepresenteerde gezondheidsproblemen en hulpvragen van patiënten, zelfstandig het diagnostisch proces uit.
LU-MD.1.2.: Als medisch deskundige kan de student in het kader van veelvoorkomende aandoeningen en afgestemd op de gepresenteerde gezondheidsproblemen en hulpvragen van patiënten, een behandelvoorstel formuleren.
LU-MD.1.3.: Als medisch deskundige voert de student in het kader van binnen het specialistisch domein geldende aandoeningen en afgestemd op de gepresenteerde gezondheidsproblemen en hulpvragen van patiënten, zelfstandig het behandelproces uit.

Communicatie
LU-C.1.1.: Als communicator creëert de student binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek een vertrouwelijke en therapeutische relatie met patiënten en diens naasten, en kan daarbij omgaan met alle leeftijdscategorieën en culturele achtergronden.
LU-C.2.1.: De student kan in het kader van een medisch consult binnen een Onderwijsleersituatie zelfstandig de gegevens uit een anamnese en vervolgonderzoek vastleggen in een papieren- en/of digitaal dossier.
LU-C.2.2.: De student kan in het kader van een medisch consult binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek, zelfstandig de gegevens uit een anamnese en vervolgonderzoek mondeling aan zijn supervisor rapporteren.
LU-C.6.2.: De student kan binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek de aan hem toevertrouwde patiëntenzorg doeltreffend schriftelijk rapporteren richting andere zorgverleners.

Samenwerking
LU-S. 2.1.: De student creëert een respectvol besluitvormingsproces waarin hij de mening van patiënten en andere zorgverleners in de totstandkoming van behandelplannen betrekt.
LU-S. 2.2.: De student is zelfstandig in staat om binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek een samenwerkingsrelatie op te bouwen met de autonome en zelfstandige patiënt, teneinde deze te begeleiden in het proces om zelf de regie over het eigen leven te nemen.
LU-S. 4.1.: De student reflecteert op zijn eigen rol in de samenwerking met anderen binnen primaire zorgprocessen.
LU-S. 4.3.: De student kan uitgaande van de reflectie op zijn eigen rol in de samenwerking met anderen binnen primaire zorgprocessen, zijn handelen daar waar nodig effectief bijstellen.
LU-S. 4.5.: De student toont binnen de stageverlenende instelling/praktijkleerplek een collegiale houding naar andere professionals, ongeacht de aard van hun beroep.

Leiderschap
LU-L 4.1.: De student zorgt voor een adequate overdracht aan andere (zorg)professionals van patiënten die binnen de eigen werksetting zijn uitbehandeld, daarbij rekening houdend met de belangen van de patiënten.
LU-L 4.2.: De student coördineert de medische zorg voor patiënten die zijn behandeld binnen de medische discipline waarbinnen hij werkzaam is.

Maatschappelijk handelen
LU-MH.2.1.: De student is in staat relevante nieuwe ontwikkelingen en inzichten die van invloed zijn op zijn beroepsuitoefening ten behoeve van gezondheidsgerichte, integrale zorgverlening, op waarde te schatten.

Professionaliteit
LU-P.2.1.: De student kan ongeacht de setting: gezondheidszorg, wetenschappelijk Onderzoek dan wel Onderwijs, adequaat professioneel gedrag demonstreren.
LU-P.4.1.: De student kan benoemen welke sterke en zwakke kanten m.b.t. zijn professionele handelen bij zelfreflectie aan het licht zijn gekomen.
LU-P.4.2.: De student kan uitgaande van zijn zelfreflectie benoemen hoe hij in het kader van zijn professioneel handelen, in het kader van levenslang leren, aan zijn professionele ontwikkeling gaat werken.
LU-P.5.1.: De student stelt zich in de rol van reflectieve professional toetsbaar op. (feedback ontvangen, wegen, op aanpassen).


 

Inhoud

Het specialistisch praktijkleren wordt ingericht via Specialistische Entrustable Professional Activities (SEPA's). De studenten verwerven specialistische competenties (SEPA's) op de eigen praktijkleerplek. Een medisch specialist als opleider is een noodzakelijke voorwaarde voor het bewaken van het leerproces en voor het geven van medisch onderwijs in de praktijk. Dagelijkse begeleiding kan worden gedelegeerd aan een mentor (arts of gediplomeerd Physician Assistant). Voor de eisen die aan de mentor worden gesteld, wordt verwezen naar de leerarbeidsovereenkomst.
De eigen werkplek geldt als een krachtige leeromgeving waarin kennis wordt toegepast en vaardigheden geoefend worden. Specifieke vaardigheden worden verworven in de eigen werksituatie, waarbij de door de leermeester (in samenspraak met de student) geformuleerde SEPA's dienen als uitgangspunt. Studenten schrijven in het verlengde daarvan zelf de leerwerkplannen waarin wordt omschreven hoe aan het behalen van de SEPA's in de specialistische praktijk wordt gewerkt. De competentieontwikkeling en de bewijzen van kunnen worden zorgvuldig bijgehouden in het portfolio, zodat aan het einde van elke praktijkperiode beoordeeld kan worden of de door de student in zijn leerwerkplannen gestelde doelen zijn behaald. Uit het portfolio moet onder meer blijken dat de student in staat is de vastgestelde SEPA's af te ronden op niveau 4 , waarna een bekwaamverklaring door de opleider en minimaal 1 overig gecommitteerd staflid c.q. collega huisarts wordt  ondertekend. De taken en verantwoordelijkheden van de student, de opleider, de werkorganisatie en de coach vanuit de opleiding zijn vastgelegd in de handleiding "Leren in de praktijk".

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie voor Gezondheidsstudies