Vak: Specialistisch praktijkleren 2 credits: 12

Vakcode
PHLM19SEPA-SEM2
Naam
Specialistisch praktijkleren 2
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
12
Taal
Nederlands
Coördinator
A. Grootoonk
Werkvormen
  • Stage, werk
Toetsen
  • Beoordelingsgesprek - Portfolio assessment

Leeruitkomsten

Medische deskundigheid
LU-MD.1.1.: Als medisch deskundige voert de student in het kader van veelvoorkomende aandoeningen en afgestemd op de gepresenteerde gezondheidsproblemen en hulpvragen van patiënten, zelfstandig het diagnostisch proces uit.
LU-MD.1.2.: Als medisch deskundige kan de student in het kader van veelvoorkomende aandoeningen en afgestemd op de gepresenteerde gezondheidsproblemen en hulpvragen van patiënten, een behandelvoorstel formuleren.
LU-MD.1.3.: Als medisch deskundige voert de student in het kader van binnen het specialistisch domein geldende aandoeningen en afgestemd op de gepresenteerde gezondheidsproblemen en hulpvragen van patiënten, zelfstandig het behandelproces uit.
LU-MD.3.1.: De student kan zijn keuzes binnen zijn professioneel handelen aan zijn supervisor binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek op basis van best evidence toelichten.
LU-MD.3.2.: De student voert (beroepsmatige) gesprekken tijdens een consult of consultatie met een internationale collega of een collega uit het buitenland.

Communicatie
LU-C.1.1.: Als communicator creëert de student binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek een vertrouwelijke en therapeutische relatie met patiënten en diens naasten, en kan daarbij omgaan met alle leeftijdscategorieën en culturele achtergronden.
LU-C.2.1.: De student kan in het kader van een medisch consult binnen een Onderwijsleersituatie zelfstandig de gegevens uit een anamnese en vervolgonderzoek vastleggen in een papieren- en/of digitaal dossier.
LU-C.2.2.: De student kan in het kader van een medisch consult binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek, zelfstandig de gegevens uit een anamnese en vervolgonderzoek mondeling aan zijn supervisor rapporteren.
LU-C.3.1.: De student kan zelfstandig in begrijpelijke taal en conform de regels van professionele communicatie een gesprek voeren met de patiënt, zijn naasten en/of andere betrokkenen van de patiënt, rekening houdend met hun culturele achtergrond.
LU-C.3.2: De student kan in het Engels communiceren met patiënten en vakgenoten
LU-C.4.1.: De student kan, in het kader van een medisch consult, zelfstandig in voor de patiënt begrijpelijke taal en conform de regels van professionele communicatie de uitkomsten van het medisch onderzoek/behandeling bespreken.
LU-C.4.2.: De student kan in het kader van een medisch consult binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek, zelfstandig zijn bevindingen uit anamnese en onderzoek bespreken met andere zorgverleners teneinde de optimale zorg aan de patiënt te leveren.
LU-C.6.2.: De student kan binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek de aan hem toevertrouwde patiëntenzorg doeltreffend schriftelijk rapporteren richting andere zorgverleners.

Samenwerking
LU-S. 1.1.: De student kan in het kader van het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van het (medische) beleid, binnen mono- en multidisciplinaire teams en samenwerkingsprocessen zichzelf als beginnend beroepsbeoefenaar positioneren.
LU-S. 1.2. De student respecteert uitgaande van zijn kennis over de deskundigheid van de ander, in het kader van het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van het (medische) beleid, binnen mono- en multidisciplinaire teams en samenwerkingsprocessen, de beleidskeuzes van de andere professional.
LU-S. 2.1.: De student creëert een respectvol besluitvormingsproces waarin hij de mening van patiënten en andere zorgverleners in de totstandkoming van behandelplannen betrekt.
LU-S. 2.2.: De student is zelfstandig in staat om binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek een samenwerkingsrelatie op te bouwen met de autonome en zelfstandige patiënt, teneinde deze te begeleiden in het proces om zelf de regie over het eigen leven te nemen.
LU-S. 4.1.: De student reflecteert op zijn eigen rol in de samenwerking met anderen binnen primaire zorgprocessen.
LU-S. 4.3.: De student kan uitgaande van de reflectie op zijn eigen rol in de samenwerking met anderen binnen primaire zorgprocessen, zijn handelen daar waar nodig effectief bijstellen.
LU-S. 4.5.: De student toont binnen de stageverlenende instelling/praktijkleerplek een collegiale houding naar andere professionals, ongeacht de aard van hun beroep.

Leiderschap
LU-L. 1.1.: De student organiseert de eigen werkzaamheden binnen zijn medische praktijkvoering zodanig dat deze zijn afgestemd op de belangen van en de organisatie binnen de zorginstelling.
LU-L. 2.1.: De student zorgt binnen de eigen werkzaamheden m.b.t. zijn medische praktijkvoering voor een efficiënte en effectieve afstemming van de behandelingsprocessen, zodat de continuïteit in de zorgketen geborgd is.
LU-L. 4.1.: De student zorgt voor een adequate overdracht aan andere (zorg)professionals van patiënten die binnen de eigen werksetting zijn uitbehandeld, daarbij rekening houdend met de belangen van de patiënten.
LU-L. 4.2.: De student coördineert de medische zorg voor patiënten die zijn behandeld binnen de medische discipline waarbinnen hij werkzaam is.

Maatschappelijk handelen
LU-MH.1.1.: De student kan in het kader van preventie zelfstandig, in begrijpelijke taal en conform de regels van professionele communicatie, voorlichting geven aan een groep geïnteresseerden in public health.
LU-MH.1.2.: De student kan in het kader van geïndiceerde en/of zorg gerelateerde preventie zelfstandig, in begrijpelijke taal en conform de regels van professionele communicatie, voorlichting geven aan patiënten en hun naasten en/of andere betrokkenen.
LU-MH.2.1.: De student is in staat relevante nieuwe ontwikkelingen en inzichten die van invloed zijn op zijn beroepsuitoefening ten behoeve van gezondheidsgerichte, integrale zorgverlening, op waarde te schatten.
LU-MH.2.2.: De student is in staat relevante nieuwe ontwikkelingen en inzichten die van invloed zijn op zijn beroepsuitoefening, in te zetten ten behoeve van gezondheidsgerichte, integrale zorgverlening.

Professional
LU-P.1.1.: De student kan binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek zelfstandig hooggekwalificeerde medische zorg leveren conform de ethische gedragsregels die binnen de beroepsgroep gelden.
LU-P.1.2.: De student kan binnen de stage verlenende instelling/praktijkleerplek zelfstandig hooggekwalificeerde medische zorg leveren rekening houdend met de integriteit van de patiënt.
LU-P.2.1.: De student kan ongeacht de setting: gezondheidszorg, wetenschappelijk Onderzoek dan wel Onderwijs, adequaat professioneel gedrag demonstreren.
LU-P.4.1.: De student kan benoemen welke sterke en zwakke kanten m.b.t. zijn professionele handelen bij zelfreflectie aan het licht zijn gekomen.
LU-P.4.2.: De student kan uitgaande van zijn zelfreflectie benoemen hoe hij in het kader van zijn professioneel handelen, in het kader van levenslang leren, aan zijn professionele ontwikkeling gaat werken.
LU-P.5.1.: De student stelt zich in de rol van reflectieve professional toetsbaar op. (feedback ontvangen, wegen, op aanpassen).
 

Inhoud

Het specialistisch praktijkleren wordt ingericht via Specialistische Entrustable Professional Activities (SEPA's). De studenten verwerven specialistische competenties (SEPA's) op de eigen praktijkleerplek. Een medisch specialist als opleider is een noodzakelijke voorwaarde voor het bewaken van het leerproces en voor het geven van medisch onderwijs in de praktijk. Dagelijkse begeleiding kan worden gedelegeerd aan een mentor (arts of gediplomeerd Physician Assistant). Voor de eisen die aan de mentor worden gesteld, wordt verwezen naar de leerarbeidsovereenkomst.
De eigen werkplek geldt als een krachtige leeromgeving waarin kennis wordt toegepast en vaardigheden geoefend worden. Specifieke vaardigheden worden verworven in de eigen werksituatie, waarbij de door de opleider (in samenspraak met de student) geformuleerde SEPA's dienen als uitgangspunt.
De taken en verantwoordelijkheden van de student, de opleider, de werkorganisatie en de coach vanuit de opleiding zijn vastgelegd in de handleiding "Leren in de praktijk".

 De competentieontwikkeling en de bewijzen van kunnen worden zorgvuldig bijgehouden in het portfolio, zodat aan het einde van elke praktijkperiode beoordeeld kan worden of de door de student in zijn leerwerkplannen gestelde doelen zijn behaald.
Het portfolio maakt naast de producten (de bewijsstukken) ook het proces inzichtelijk. Er worden voorwaarden gesteld aan de bewijsstukken die erin opgenomen moeten zijn. 
In het eerste jaar wordt gewerkt aan internationalisering middels een  Online-opdracht. Studenten treden online in contact met PA-studenten in het buitenland (gematcht door de opleiding) om met deze 'international peer' de overeenkomsten en verschillen van de opleiding, het vak en de gezondheidszorg te bespreken. Tevens wordt in een tweede gesprek ingegaan op de verschillen en overeenkomsten in diagnostiek en behandeling (richtlijnen) van patientproblemen (welke wordt tijdens het eerste gesprek afgesproken). 

 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie voor Gezondheidsstudies