Vak: Gedragsinterventies: Coachen en Begeleiden credits: 5

Competentie en niveau
Beïnvloeden van gedrag (eindniveau).

Cursusleeruitkomsten:
De cursusleeruitkomsten zijn gebaseerd op de acht hoofdcategorieën van het EMCC framework van de NOBCO.

1. Zelfinzicht van de coach: 
De student als coach laat zien zich bewust te zijn van eigen waarden, overtuigingen en gedrag, heeft zicht op de wijze waarop deze de manier van coachen beïnvloeden en gebruikt dit zelfinzicht om de doelstellingen van de cliënten en, waar van toepassing, de opdrachtgever op een zo effectief mogelijke manier te realiseren.

2. Gerichtheid van de coach op de eigen ontwikkeling als coach: 
De student als coach onderzoekt en verbetert het eigen niveau van werken en houdt de reputatie van het vak hoog.

3. Omgaan met het coachcontract:
De student als coach stelt de verwachtingen en de grenzen van de coachovereenkomst met de cliënt en, waar van toepassing, met de opdrachtgever vast en leeft deze na.

4. De coachrelatie:
De student als coach bouwt vaardig een vruchtbare relatie op met de cliënt en, waar van toepassing, met de opdrachtgever.

5. De cliënt in staat stellen inzicht te krijgen en te leren:
De student als coach werkt zodanig met de cliënt en de opdrachtgever dat er inzicht wordt ontwikkeld en wordt geleerd.

6. Gerichtheid op doelen van en actie door de cliënt:
De student als coach laat zien hoe hij werkt en zet zijn vaardigheden in om de cliënt te ondersteunen bij het realiseren van de veranderingen die deze wenst.

7. Gebaseerd op beproefde theorieën, methodieken, interventies:
De student als coach past modellen, hulpmiddelen, technieken en ideeën toe die verder gaan dan de basis-communicatievaardigheden[1] om ervoor te zorgen dat er inzicht ontstaat en geleerd wordt.

8. Verzorgen van evaluatie van eigen werk door de cliënt:
 De student als coach verzamelt informatie over de effectiviteit van zijn/haar werkwijze en levert een bijdrage aan het tot stand komen van een cultuur waarin resultaten worden geëvalueerd.