Vak: In MKB/Retail 6 - Ondernemend managen - met onderzoeksopdracht credits: 12

Leeruitkomsten algemeen:

• Innoveren: initieert nieuwe ideeën, realiseert op creatieve wijze vernieuwingen en benut daarbij de mogelijkheden op het gebied van technologie.
• Waardecreatie: creëert duurzame en commerciële waarde gericht op de wensen en behoeften van klanten en overige stakeholders. Hij doet dat op basis van ontwikkelingen in de (inter)nationale omgeving.
• Resultaatgericht handelen: toont verantwoordelijkheid en doorzettingsvermogen en neemt besluiten om de beoogde resultaten te bereiken. Hij past zich daarbij gemakkelijk aan veranderende omstandigheden aan en durft risico’s te nemen.
• Leiderschap: straalt passie en beleving uit, pakt de regie in teamverband en mobiliseert anderen vanuit de waarden en de cultuur van de onderneming.
• Managen & Organiseren: geeft vorm en inhoud aan de bedrijfsvoering en zet hierbij de klant centraal.
• Samenwerken & Netwerken: levert in groepsverband een actieve en inhoudelijk bijdrage aan de beoogde resultaten en het groepsproces. Hij bouwt een netwerk van relaties op.
• Onderzoekend vermogen: toont in zijn werkwijze een nieuwsgierige en kritische houding. Hij hanteert een passende onderzoeksaanpak die resulteert in bruikbare resultaten.
• Analytisch vermogen: analyseert situaties en data op systematische wijze. Hij stuurt op prestatie-indicatoren.
• Lerend vermogen: ontwikkelt zichzelf persoonlijk en professioneel door visie, reflectie en feedback.
• Communiceren: communiceert overtuigend en kan dit in tenminste één vreemde taal. Hij benut op effectieve wijze diverse communicatiemiddelen afgestemd op de doelgroep.

Leeruitkomsten:
Innoveren, waardecreatie en analytisch vermogen (Ondernemerschap, Externe Analyse en Marketing) - Eind

• De student realiseert in co-creatie op basis van een creatief en innovatief idee een product of dienst gericht op de wensen en behoeften van klanten.
• De student maakt op basis van een format een ondernemingsplan voor een onderneming.
• De student bepaalt een strategie om de continuïteit van de (eigen) onderneming te waarborgen.
• De student voert voor zijn eigen onderneming of een bestaande onderneming volgens een gegeven methode een externe analyse uit.
• De student brengt voor een eigen te ontwikkelen product of dienst of voor een nieuw product of dienst van een bestaande onderneming de marktkansen in kaart en vertaalt deze naar een actieplan.

Resultaatgericht handelen en lerend vermogen (Persoonlijke effectiviteit) - Eind

• De student neemt initiatief op de werkplek, met ruimte en respect voor zijn omgeving.
• De student reflecteert op aspecten van zijn beroepshouding in de praktijk.
• De student kan op de werkplek feedback geven en ontvangen.

Managen en organiseren en analytisch vermogen (Interne analyse en Plannen) - Eind

• De student voert voor zijn eigen onderneming of een bestaande onderneming een interne analyse uit.
• De student geeft voor zijn eigen onderneming of een bestaande onderneming aan waar in de bedrijfsvoering verbeteringen doorgevoerd kunnen worden.
• De student kan voor zijn eigen onderneming of een bestaande onderneming een tactisch communicatie-, sales-, of marketingplan maken en rekent daarbij consequenties door.

Onderzoekend vermogen (Praktijkgericht onderzoek) - Eind

• De student formuleert een probleemstelling en een onderzoeksvraag vanuit een gegeven context.
• De student voert een onderzoek uit voor zijn eigen bedrijf of een opdrachtgever volgens de geijkte methoden.
• De student verwerkt en evalueert de onderzoeksresultaten volgens de voorgeschreven richtlijnen, waarbij hij een kritische houding toont.

Communiceren (Communicatie) - Eind

• De student schrijft individueel in het Nederlands een zakelijk rapport volgens de voorgeschreven richtlijnen.
• De student stemt zijn benadering af op verschillende commerciële doelgroepen waarmee hij in het Nederlands communiceert.
• De student schrijft zakelijke teksten voor verschillende commerciële doelgroepen.
• De student presenteert over uiteenlopende, zelfgekozen onderwerpen op het gebied van ondernemerschap in het Nederlands.
• De student voert op de werkplek verschillende soorten zakelijk gesprekken over verschillende, zelfgekozen commerciële onderwerpen.