Vak: Insolventierecht credits: 3

Inhoud:

De SJD-jurist zal in de praktijk veelvuldig in aanraking komen met de positie van
schuldenaren en schuldeisers. Middels dit vak krijgt de student kennis van de verschillende procedures en verhaalsmogelijkheden binnen het insolventierecht, alsmede van de rol van de bewindvoerder en de curator. Daarnaast komt de nakoming van prestaties en tenuitvoerlegging van vorderingen middels het beslag- en executierecht aan de orde. Hiermee krijgt de student tevens inzicht in de rol en de positie van de deurwaarder.
Insolventierecht houdt zich bezig met het geheel van wettelijke bepalingen en trajecten die bij betalingsproblemen aan de orde kunnen zijn. Behandeld worden de kenmerken van de verschillende trajecten en de oplossingen waarop zij afzonderlijk zijn gericht. Aan de orde komt hoe de schuldenaar de ontstane betalingsproblemen kan oplossen en op welke wijze aan de vorderingen van de schuldeisers zoveel mogelijk recht wordt gedaan.
Inzicht in de omvang van het vermogen van de schuldenaar en de vraag hoe schuldeisers zich hierop kunnen verhalen is essentieel. Daarom wordt in de beginfase van het vak aandacht besteed aan het goederenrecht. Gedurende het vak leert de student vertaalslagen te maken van de denkbare probleemsituaties naar de lichte en meer ingrijpende insolventietrajecten waarmee natuurlijke en rechtspersonen te maken kunnen
krijgen.
Insolventierecht richt zich voornamelijk op de Faillissementswet, met als belangrijk onderdeel de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Daarnaast is er aandacht voor het beslag- en executierecht uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en wordt een koppeling gemaakt met het goederenrecht uit het Burgerlijk Wetboek