Vak: Action learning opdracht 4: Sociale Zekerheid credits: 4
- Vakcode
- SJDP8ALO4
- Naam
- Action learning opdracht 4: Sociale Zekerheid
- Studiejaar
- 2020-2021
- ECTS credits
- 4
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- A.J. Boeve
- Werkvormen
-
- Action learning
- Projectonderwijs
- Toetsen
-
- ALO 4 - Opdracht
Leeruitkomsten
Beoordelen:
Niveau 1 Propedeuse De startende student stelt binnen een eenvoudige en afgebakende (sociaal)juridische situatie de rechtspositie van en rechtsgevolgen voor een cliënt (persoon of organisatie) vast en motiveert dit: 1. De student stelt op basis van eenvoudige wet- en regelgeving, aangereikte jurisprudentie en aangereikte literatuur de rechtspositie vast van de cliënt in een eenvoudig (sociaal)juridisch vraagstuk; 2. De student bepaalt de rechtsgevolgen die daaruit voortvloeien; 3. De student geeft aan hoe hij tot deze beoordeling is gekomen.
Integraal samenwerken
Niveau 1 Propedeuse De startende student werkt samen met andere studenten aan eenvoudige en afgebakende (sociaal) juridische praktijkvraagstukken, herkent organisatieprincipes en werkprocessen van een organisatie: 1. De student stelt samen met medestudenten afspraken op en benoemt de consequenties hiervan; 2. De student geeft en ontvangt adequaat feedback aan en van medestudenten en docenten; 3. De student gebruikt feedback om persoonlijke kwaliteiten en ontwikkelaspecten in beeld te brengen; 4. De student onderzoekt eigen normen, waarden en overtuigingen en de invloed daarvan op eigen werkzaamheden; 5. De student herkent de (sociaal)juridische werkzaamheden binnen een organisatie; 6. De student herkent de verschillende belangen van een organisatie; 7. De student beschrijft de organisatiekenmerken van een organisatie
Begeleiden
Niveau 1 Propedeuse De startende student begeleidt en motiveert een cliënt met vragen op sociaaljuridisch gebied in een eenvoudige en afgebakende casuïstiek: 1. De student herkent binnen eenvoudige en afgebakende casuïstiek de sociaaljuridische positie van de cliënt en de mogelijkheden in die situatie; 2. De student legt bovenstaande uit aan de cliënt, bespreekt de verschillende mogelijkheden, maakt samen met de cliënt een plan en zoekt uit met de cliënt wat hij of zij zelf kan ondernemen; 3. De student evalueert zijn/haar gedrag en vaardigheden in deze aan de hand van gerichte vragen.
Conflicten hanteren
Niveau 1 Propedeuse De startende student herkent belangen van verschillende partijen en kent verschillende manieren om met conflicten om te gaan: 1. De student benoemt de gezamenlijke en tegenstrijdige belangen van verschillende partijen; 2. De student herkent verschillende stijlen van conflicthantering en hun effectiviteit; 3. De student kent zijn/haar eigen conflictstijl.
Niveau 1 Propedeuse De startende student stelt binnen een eenvoudige en afgebakende (sociaal)juridische situatie de rechtspositie van en rechtsgevolgen voor een cliënt (persoon of organisatie) vast en motiveert dit: 1. De student stelt op basis van eenvoudige wet- en regelgeving, aangereikte jurisprudentie en aangereikte literatuur de rechtspositie vast van de cliënt in een eenvoudig (sociaal)juridisch vraagstuk; 2. De student bepaalt de rechtsgevolgen die daaruit voortvloeien; 3. De student geeft aan hoe hij tot deze beoordeling is gekomen.
Integraal samenwerken
Niveau 1 Propedeuse De startende student werkt samen met andere studenten aan eenvoudige en afgebakende (sociaal) juridische praktijkvraagstukken, herkent organisatieprincipes en werkprocessen van een organisatie: 1. De student stelt samen met medestudenten afspraken op en benoemt de consequenties hiervan; 2. De student geeft en ontvangt adequaat feedback aan en van medestudenten en docenten; 3. De student gebruikt feedback om persoonlijke kwaliteiten en ontwikkelaspecten in beeld te brengen; 4. De student onderzoekt eigen normen, waarden en overtuigingen en de invloed daarvan op eigen werkzaamheden; 5. De student herkent de (sociaal)juridische werkzaamheden binnen een organisatie; 6. De student herkent de verschillende belangen van een organisatie; 7. De student beschrijft de organisatiekenmerken van een organisatie
Begeleiden
Niveau 1 Propedeuse De startende student begeleidt en motiveert een cliënt met vragen op sociaaljuridisch gebied in een eenvoudige en afgebakende casuïstiek: 1. De student herkent binnen eenvoudige en afgebakende casuïstiek de sociaaljuridische positie van de cliënt en de mogelijkheden in die situatie; 2. De student legt bovenstaande uit aan de cliënt, bespreekt de verschillende mogelijkheden, maakt samen met de cliënt een plan en zoekt uit met de cliënt wat hij of zij zelf kan ondernemen; 3. De student evalueert zijn/haar gedrag en vaardigheden in deze aan de hand van gerichte vragen.
Conflicten hanteren
Niveau 1 Propedeuse De startende student herkent belangen van verschillende partijen en kent verschillende manieren om met conflicten om te gaan: 1. De student benoemt de gezamenlijke en tegenstrijdige belangen van verschillende partijen; 2. De student herkent verschillende stijlen van conflicthantering en hun effectiviteit; 3. De student kent zijn/haar eigen conflictstijl.
Inhoud
Niveau: inleidend (1)
Inhoud:
Dit blok is een vervolg op blok 1.1 en blok 1.3 waarbij de student aan de hand van een casus op het terrein van het arbeids- en verbintenissenrecht opdrachten vervaardigt. Er worden twee individuele opdrachten Arbeidsrecht/Socialezekerheidsrecht gemaakt. Het ALO onderdeel PCM is een verdieping van het ALO pcm-onderdeel blok 1.3. In blok 1.3 kwam het intakegesprek aan bod; nu het coachingsgesprek. Er wordt voortgeborduurd op de onderzoeksvaardigheden geleerd in blok 1.3 en tot slot wordt er een businessletter geschreven en beoordeeld binnen het vak Engels.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Instituut voor Rechtenstudies