Vak: Leren in de praktijk 2 credits: 40

Vakcode
ANLM21PTKL2
Naam
Leren in de praktijk 2
Studiejaar
2021-2022
ECTS credits
40
Taal
Nederlands
Coördinator
G.J. Lensen
Werkvormen
  • Afstudeeropdracht
  • Individueel
  • Intervisie
  • Opdracht
  • Patient Behandeling
  • Stage, werk
Toetsen
  • Leren in de praktijk 2 - Aanwezigheid
  • Leren in de praktijk 2 - Portfolio assessment

Leeruitkomsten

1. Verpleegkundig/medisch zorgverlener
  1. Binnen het betreffende specialisme past de verpleegkundig specialist het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal (medisch en verpleegkundig) waar mogelijk evidence-based toe met speciale aandacht voor Healthy Ageing en levert zowel effectieve en efficiënte als ethisch verantwoorde patiëntenzorg conform de Beroepscode, rekening houdend met gezondheidsverschillen. Zij maakt daarbij gebruik van relevante en actuele medische en verpleegkundige kennis en (kritische redeneer)vaardigheden. Tevens kan zij zelfstandig voorbehouden handelingen indiceren en uitvoeren. Dit betekent dat zij ethisch verantwoord en evidence-based:
    1. geïntegreerde verpleegkundige en medische anamneses afneemt;
    2. lichamelijk onderzoek uitvoert;
    3. risicofactoren signaleert, analyseert en evalueert, die welzijn en gezondheid ondermijnen bij patiënten;
    4. verpleegkundige - en medische differentiaaldiagnosen formuleert;
    5. aanvullend onderzoek aanvraagt en uitslagen interpreteert;
    6. verpleegkundige en medische werkdiagnoses opstelt o.b.v. de door haar geïntegreerde gegevens uit anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek;
    7. prognoses opstelt;
    8. geïntegreerde verpleegkundige- en medische behandel- (medicamenteus en niet-medicamenteus) en preventieplannen (Healthy Ageing) opstelt, op basis van de prognose, in samenspraak met de patiënt. 
  2. Vanuit de zorgvraag integreert de verpleegkundig specialist cure en care met als doel de bevordering van gezondheid en gezond gedrag (Healthy Ageing), de continuïteit en kwaliteit van de verpleegkundige zorg en de medische behandeling, het zelfmanagement van de patiënt en de kwaliteit van leven te bevorderen. Dit betekent dat zij:
    1. verpleegkundige en medische evidence-based interventies initieert en toepast die leiden tot gezondheid, gezond gedrag en welzijn;
    2. continuïteit van de zorgverlening waarborgt (o.a. door verslaglegging);
    3. zelfmanagement van de patiënt bevordert;
    4. bijdraagt aan de kwaliteit van leven;
    5. kwaliteit van zorg waarborgt;
    6. patiëntveiligheid op individueel niveau waarborgt;
    7. belangen van de patiënt erkent en deze belangen indien nodig behartigt.
  3. De verpleegkundig specialist hanteert de kwaliteitseisen uit wet- en regelgeving die aan het behandel- en zorgproces worden gesteld.
2. Communicator
  1. De verpleegkundig specialist bouwt een professionele samenwerkingsrelatie op met de patiënt gericht op de verpleegkundige zorg en de medische behandeling. Zij sluit met haar communicatie aan bij het niveau en de belevingswereld van de patiënt en past daarbij verschillende (evidence-based) gesprekstechnieken toe. Dit betekent dat zij verbale en non-verbale communicatieve vaardigheden toepast en:
    1. met haar communicatie aansluit bij het niveau en de belevingswereld van de patiënt, waarbij diversiteit en verschillen die voortkomen uit geslacht, godsdienst, cultuur en andere factoren gerespecteerd worden;
    2. verschillende gesprekstechnieken toepast (o.a. onderhandelen, motivational interviewing, slecht nieuws gesprek);
    3. onderscheid maakt tussen inhouds- en betrekkingsniveau en hierover communiceert op meta-niveau;
    4. een therapeutische relatie met de patiënt en diens familieleden opbouwt, die wordt gekenmerkt door begrip, vertrouwen, respect, eerlijkheid en empathie;
    5. meningen, vragen en opmerkingen tijdens het consult aanmoedigt;
    6. privacy en autonomie van de patiënt respecteert;
    7. doelmatig en gestructureerd een consult uitvoert.
  2. De verpleegkundig specialist verzamelt gegevens en informeert de patiënt dusdanig dat hij beschikt over de kennis die nodig is om keuzes te kunnen maken in de verpleegkundige zorg en de medische behandeling, inclusief mogelijke alternatieven. Dit betekent dat zij:
    1. informatie verzamelt over een aandoening, maar ook over overtuigingen, zorgen en verwachtingen van de patiënt en diens ervaringen met de aandoening;
    2. informatie uit andere bronnen, zoals familieleden en andere professionals, verzamelt en tot een zinvol geheel samenvoegt;
    3. informatie verstrekt aan een patiënt en diens familieleden, collega’s en andere professionals, op een zodanige manier dat deze begrijpelijk is en de uitwisseling van gedachten en de deelname aan het besluitvormingsproces bevordert;
    4. principes hanteert van shared decision-making, als onderdeel van evidence-based practice.  
  3. De verpleegkundig specialist draagt bij aan de continuïteit van zorg in de keten door (evidence-based) adequate overdrachten, binnen de wet- en regelgeving inzake informatieoverdracht en maakt daarbij gebruik van relevante vormen van informatie- en communicatietechnologie. Dit betekent dat zij:
    1. duidelijke, juiste en relevante gegevens (in geschreven of elektronische vorm) bijhoudt over consulten en behandelplannen;
    2. adequate overdrachten en rapportages verzorgt, rekening houdend met patiëntveiligheid, vertrouwelijkheid en privacy van de patiënt.
3. Samenwerker
  1. De verpleegkundig specialist overlegt, en brengt zo nodig een overlegstructuur aan, met andere betrokkenen zodat continuïteit van zorg voor de patiënt ontstaat. Zij bevordert de intercollegiale samenwerking en levert indien nodig een bijdrage aan conflictoplossing. Zij draagt zorg voor de afstemming tussen de leden van het multidisciplinaire- en interdisciplinaire zorgteam zodat de patiënt en de patiëntenzorg optimaal kunnen profiteren van de totale deskundigheid van het team. Dit betekent dat zij:
    1. gezamenlijke doelen in het kader van patiëntenzorg herkent, erkent en formuleert en met andere betrokkenen afstemt;
    2. feedback geeft en ontvangt (zie 7.2.2 en 7.2.3);
    3. samenwerkingsvraagstukken signaleert en bespreekt met de betrokkenen. 
  2. De verpleegkundig specialist treedt op als zelfstandig (regie)behandelaar en/of casemanager voor individuele patiënten en treedt op als verbindende schakel en aanspreekpunt voor alle betrokkenen. Zij geeft de grenzen van de eigen deskundigheid aan en verwijst zo nodig door en zorgt ervoor dat de continuïteit van zorg is gegarandeerd. Dit betekent dat zij:
    1. (multidisciplinaire) zorg coördineert;
    2. consulten verleent;
    3. doorverwijst wanneer vraagstukken buiten de eigen deskundigheid vallen;
    4. andere disciplines consulteert;
    5. ketenprocessen benut in de eigen organisatie, in de regio en de sociale kaart hanteert.
4. Leider
  1. De verpleegkundig specialist stelt prioriteiten om tot een balans te komen tussen alle aspecten van de functie: patiëntenzorg, organisatie van zorg, alsook onderwijs en onderzoek.
  2. De verpleegkundig specialist evalueert, analyseert en (her)ontwerpt een (zorg)proces om een blijvende verbetering te realiseren vertaald in indicatoren zoals kosten, continuïteit, kwaliteit, service en snelheid. Ze kan projectmatig en procesmatig werken. Dit betekent dat zij:
    1. (de kwaliteit van) processen analyseert en beoordeelt en hierin het patiëntenperspectief betrekt;
    2. processen evidence-based (her)ontwerpt;
    3. implementatieplannen evidence-based ontwerpt en deze financieel onderbouwt;
    4. met behulp van informatie- en communicatietechnologie (o.a. e-health) processen efficiënt en effectief organiseert;
    5. gebruik maakt van en reflecteert op communicatie- en samenwerkingsvaardigheden om anderen mee te krijgen in het ontwerp- en veranderingsproces. 
  3. De verpleegkundig specialist maakt gebruik van formele- en informele relaties en beïnvloedingsmogelijkheden (o.a. kritische redeneervaardigheden) binnen organisaties. Dit betekent dat zij:
    1. een professioneel netwerk ontwikkelt en in stand houdt, zowel nationaal als internationaal;
    2. doelbewust gebruik maakt van principes van netwerkanalyse, krachtenveldanalyse, groepsdynamische processen en beïnvloedingsstrategieën.
  4. De verpleegkundig specialist vertegenwoordigt en positioneert de eigen beroepsgroep binnen en buiten de organisatie. Dit betekent dat zij:
    1. zichzelf in de zorgketen positioneert als beroepsbeoefenaar met een zelfstandige beslissingsbevoegdheid;
    2. participeert in overlegorganen en commissies.
5. Gezondheidsbevorderaar
  1. De verpleegkundig specialist signaleert factoren (op organisatie- en maatschappelijk niveau) die patiëntengroepen en/of specifieke groepen bedreigen, doet beleidsvoorstellen (m.b.v. kritische redeneervaardigheden) op het gebied van preventie en gezondheidsvoorlichting (Healthy Ageing) en voert deze uit. Dit betekent dat zij:
    1. risicofactoren voor welzijn en gezondheid signaleert op organisatie- en maatschappelijk niveau; (1.2.1)
    2. gebruik makend van evidence-based GVO-methodieken, gezondheids- en gedragsdeterminanten analyseert die van invloed zijn op gezondheid en welzijn;
    3. evidence-based (terugval)preventieplannen en/of beleidsplannen maakt, gericht op het in stand houden of bevorderen van gezondheid en welzijn en deze uitvoert.
  2. De verpleegkundig specialist stimuleert doelgroepen om zich als kritische consumenten op te stellen (empowerment). Dit betekent dat zij:
    1. doelgroepen informeert;
    2. empowerment bevordert.
  3. Ze treedt op als belangenbehartiger van patiëntengroepen en/of specifieke groepen. Dit betekent dat zij:
    1. op cultuursensitieve wijze de belangen van patiënten/patiëntengroepen herkent, verwoordt en behartigt.  
  4. De verpleegkundig specialist draagt bij aan patiëntveiligheid, op het niveau van de organisatie en/of zorgketen.
6. Scholar
  1. De verpleegkundig specialist beoordeelt kennis, onderzoeksresultaten, richtlijnen en protocollen op basis van deskundigheid en onderzoekend vermogen, met behulp van kritische redeneervaardigheden en integreert het best beschikbare bewijs in de praktijk. Dit betekent dat zij:
    1. haar handelen aantoonbaar baseert op wetenschappelijke kennis;
    2. onderzoeksresultaten, richtlijnen en protocollen beoordeelt op hun waarde voor de praktijk. 
  2. De verpleegkundig specialist bevordert de ontwikkeling en verdieping van wetenschappelijke vakkennis door middel van praktijkgericht (multidisciplinair) onderzoek en innovatieprojecten. Dit betekent dat zij:
    1. vragen uit de praktijk op een methodische wijze beantwoordt;
    2. onderzoeksvragen formuleert;
    3. relevante literatuur vindt in databases en (wetenschappelijke) artikelen op methodologische kwaliteit en statistiek (critical appraisal) beoordeelt;
    4. de methodiek van ebp (vijf stappen) en praktijkgericht onderzoek (t.b.v. patiëntenzorg en/of organisatie-innovatie) toepast.  
  3. De verpleegkundig specialist bevordert de deskundigheid van collegae en vervult hierin een voortrekkersrol. Dit betekent dat zij:
    1. didactisch verantwoord leeractiviteiten initieert, plant en uitvoert gericht op collegae.
7. Professional
  1. De verpleegkundig specialist levert excellente patiëntenzorg, op integere, oprechte en betrokken wijze. Hierbij gaat zij uit van het zelfbeschikkingsrecht van patiënten, bevordert hun autonomie en hanteert als principes “niet schaden, weldoen en rechtvaardigheid”. Dit betekent dat zij:
    1. voldoet aan de competenties zoals beschreven bij bovengenoemde competenties (1 t/m 6);
    2. ethische vraagstukken herkent en deze bespreekbaar maakt.
  2. De verpleegkundig specialist vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. Zij geeft de grenzen van de eigen kwaliteiten en vaardigheden aan en handelt conform de professionele standaard. Zij neemt verantwoordelijkheid voor, en is aanspreekbaar op haar professioneel handelen. Zij geeft zelfstandig en proactief invulling aan haar deskundigheidsbevordering en ontwikkeling (o.a. door intercollegiale toetsing). Dit betekent dat zij:
    1. zich leerbaar opstelt en feedback vraagt;
    2. reflecteert op haar functioneren en aan de hand van leerpunten zich ontwikkelt;
    3. anderen feedback geeft en hen aanspreekt op hun handelen;
    4. volgens de professionele standaard, waaronder de beroepscode, werkt en een voorbeeldfunctie heeft;
    5. zich profileert en zorg draagt voor het bijhouden van kennis en vaardigheden;
    6. professioneel leiderschap toont. 
  3. De verpleegkundig specialist beschikt over een onderzoekende houding, argumenteert en analyseert argumenten.
  4. De verpleegkundig specialist versterkt de positionering van verpleegkundig specialisten (zie 5.4).

Inhoud

Praktijkleren loopt als een rode draad door de gehele opleidingsperiode en geeft structuur aan de praktijk van het duale leren. Voor elk specialisme zijn per competentiegebied praktijkopdrachten, zgn. kritische beroepsactiviteiten (KBA’s), opgenomen om de competentieverwerving te demonstreren.

Het leren in de praktijk wordt inzichtelijk gemaakt in een digitaal portfolio dat onder meer bestaat uit een persoonlijk ontwikkelplan (POP) en verzamelde bewijzen van kunnen van uitgevoerde KBA’s.

Een aantal KBA’s, die onderdeel uitmaken van het portfolio, wordt vanuit de opleiding ondersteund door het cursorisch onderwijs. Hiermee wordt beoogd toepassing van theoretische concepten in de praktijk te leren integreren.

Tevens vindt cursorisch intervisie plaats tijdens de reflectiebijeenkomsten.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie voor Verpleegkunde