Vak: Artistieke ontwikkeling blok 4 credits: 10
- Vakcode
- DBVP21AOW3
- Naam
- Artistieke ontwikkeling blok 4
- Studiejaar
- 2021-2022
- ECTS credits
- 10
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- S.A.M. Maring
- Werkvormen
-
- Opdracht
- Werkcollege
- Toetsen
-
- 2D Vormgeving - Werkbespreking
- 3D Vormgeving - Werkbespreking
- Media Vormgeving - Werkbespreking
Leeruitkomsten
2D Vormgeving
Proces
• De student kan herhaaldelijk tot nieuwe inzichten komen gaandeweg het verzamelen (3.2, 5.3, 5.6)
• De student kan studies maken waarin hij een eigen kijk op het onderwerp laat zien (1.2, 1.5, 3.2)
• De student zorgt voor een verslag van de bespreking en gebruikt dit verslag in het studievervolg
Product
• De student verzamelt breed en diepgaand bronmateriaal t b v het gekozen onderwerp
• De student integreert kleurenstudies in het onderwerp van keuze
• De student maakt studies waarin hij een eigen kijk op het onderwerp laat zien
De student richt een presentatie in voor de werkbespreking en leidt de evaluatie in.
Media Vormgeving
Proces
• De student kent alle materialen, technieken en begrippen die tijdens dit blok worden aangeboden
• De student leert typografie als beeldende middel gebruiken
• De student leert animatie als beeldende middel gebruiken
• De student is in staat om een woord/onderwerp/begrip nader te onderzoeken, naar zijn eigen hand te zetten en een passende vorm daarvoor te kiezen
• De student experimenteert met samenhang tekst en beeld
• De student herkent en vermijdt clichés en te algemeen bekende beeldtalen
• De student verzamelt materiaal en inspiratiebronnen ten behoeve van het beeldend onderzoek en is in staat om het verzamelt materiaal te analyseren, te ordenen, te selecteren en daaruit te kiezen.
Product
• De student is in staat om het eindproduct uit te voeren en te presenteren.
• De student maakt werk waarin het idee achter het werk zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven.
3D Vormgeving
Proces
• De student kan een opdracht verwerven en contact onderhouden met de opdrachtgever (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student kent de begrippen functionaliteit, autonomie en decoratie en kan die in relatie zien met visie, vorm en inhoud (1.1, 1.2,1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student verzamelt (beeld)informatie en materiaal als voorbereidend onderzoek voor z’n ontwerpen (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student kan ontwerpexperimenten uitvoeren binnen de context van de opdracht en documenteert- en bewaart die samen met de verzamelde beeldinformatie in een werkboek (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student hanteert het processchema “Toolkit Maken” in z’n ontwerpstappen (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student neemt de opmerkingen uit de verschillende vormen van feedback mee in het studievervolg (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
Product
• De student kent een aantal basisverbindingen van verschillende materialen en kan die
• toepassen (1.2, 5.3, 5.6)
• De student kan vanuit bovengenoemde kennis en kunde een ontwerp/ prototype maken als uitkomst van de opdracht.
• De student kan het resultaat aan de opdrachtgever presenteren en kan daarbij z’n visie m.b.t. het ontwerp- en de daaraan gekoppelde overwegingen en keuzes helder onderbouwen en uiteen zetten (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student richt een presentatie in t.b.v. werkbespreking/beoordeling, waarin de resultaten van de opdrachten en de lessen zichtbaar zijn en let daarbij op samenhang tussen de disciplines en leidt zelf de evaluatie in (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1 5.3, 5.6)
• De student zorgt voor een verslag van de bespreking (1.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
Proces
• De student kan herhaaldelijk tot nieuwe inzichten komen gaandeweg het verzamelen (3.2, 5.3, 5.6)
• De student kan studies maken waarin hij een eigen kijk op het onderwerp laat zien (1.2, 1.5, 3.2)
• De student zorgt voor een verslag van de bespreking en gebruikt dit verslag in het studievervolg
Product
• De student verzamelt breed en diepgaand bronmateriaal t b v het gekozen onderwerp
• De student integreert kleurenstudies in het onderwerp van keuze
• De student maakt studies waarin hij een eigen kijk op het onderwerp laat zien
De student richt een presentatie in voor de werkbespreking en leidt de evaluatie in.
Media Vormgeving
Proces
• De student kent alle materialen, technieken en begrippen die tijdens dit blok worden aangeboden
• De student leert typografie als beeldende middel gebruiken
• De student leert animatie als beeldende middel gebruiken
• De student is in staat om een woord/onderwerp/begrip nader te onderzoeken, naar zijn eigen hand te zetten en een passende vorm daarvoor te kiezen
• De student experimenteert met samenhang tekst en beeld
• De student herkent en vermijdt clichés en te algemeen bekende beeldtalen
• De student verzamelt materiaal en inspiratiebronnen ten behoeve van het beeldend onderzoek en is in staat om het verzamelt materiaal te analyseren, te ordenen, te selecteren en daaruit te kiezen.
Product
• De student is in staat om het eindproduct uit te voeren en te presenteren.
• De student maakt werk waarin het idee achter het werk zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven.
3D Vormgeving
Proces
• De student kan een opdracht verwerven en contact onderhouden met de opdrachtgever (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student kent de begrippen functionaliteit, autonomie en decoratie en kan die in relatie zien met visie, vorm en inhoud (1.1, 1.2,1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student verzamelt (beeld)informatie en materiaal als voorbereidend onderzoek voor z’n ontwerpen (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student kan ontwerpexperimenten uitvoeren binnen de context van de opdracht en documenteert- en bewaart die samen met de verzamelde beeldinformatie in een werkboek (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student hanteert het processchema “Toolkit Maken” in z’n ontwerpstappen (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student neemt de opmerkingen uit de verschillende vormen van feedback mee in het studievervolg (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
Product
• De student kent een aantal basisverbindingen van verschillende materialen en kan die
• toepassen (1.2, 5.3, 5.6)
• De student kan vanuit bovengenoemde kennis en kunde een ontwerp/ prototype maken als uitkomst van de opdracht.
• De student kan het resultaat aan de opdrachtgever presenteren en kan daarbij z’n visie m.b.t. het ontwerp- en de daaraan gekoppelde overwegingen en keuzes helder onderbouwen en uiteen zetten (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
• De student richt een presentatie in t.b.v. werkbespreking/beoordeling, waarin de resultaten van de opdrachten en de lessen zichtbaar zijn en let daarbij op samenhang tussen de disciplines en leidt zelf de evaluatie in (1.1, 1.2, 1.4, 3.2, 4.1, 5.1 5.3, 5.6)
• De student zorgt voor een verslag van de bespreking (1.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
Inhoud
2D Vormgeving
Hoofddomein: Vormgeving
Onderwerpen: Illustratie, kleur
Begrippen: Verbaal gegeven, interpretatie, via schetsen naar idee, kleurcontrasten, kleurverloop, licht en kleur, verfhuid, structuur/textuur, helderheid/verzadiging en alle voorafgaande
Materialen/technieken: Tekentechnieken, collage, mixed media, aquarel, acryl
Opdrachten: boekje dier of plant/de speeltuin “Anders bekeken”, kleurenstudies
Media Vormgeving
Hoofddomein: Vormgeving
Onderwerpen: Samenhang tekst en beeld
Begrippen uit de toolkit maken
Objectieve Aspecten: licht, kleur, vorm, ruimte, geluid, tijd
Handelingen: rangschikken, construeren, modelleren (vector graphics, animatie,)
Subjectieve motivatie: associatie, fantasie, idee
Ordening: overeenkomst, compositie, verhouding, richting, verbinding
Materialen/technieken:
Adobe illustrator, materiaal analoog/digitaal
Opdrachten:
De student krijgt een aantal opdrachten waarin beeldende typografie centraal staat.
De samenhang tussen inhoud, vorm, materiaal en techniek wordt besproken. Er wordt klassikaal les gegeven over een aantal technieken. Aan de hand van opdrachten gaat student de behandelde lesstof oefenen onder begeleiding van de docent. Sommige opdrachten zijn bedoeld om de verbeelding van de student te prikkelen. Andere opdrachten zijn bedoeld als oefeningen om de technieken te begrijpen. De studenten kunnen voor een deel hun opdrachten tijdens de les uitvoeren een voor een deel tijdens de 8 uren huiswerk per week die bij dit vak horen.
3D Vormgeving
Hoofddomein: Vormgeving
Onderwerpen:
Productvormgeving, omgevingsfactoren, functionaliteit, opdrachtgever, conceptontwikkeling, werkplaatsomgeving, voorstudie, werken met halfproducten, modellen maken, werken vanuit materiaal naar vorm en idee en andersom, transfer (vanuit lesblok 3), beeldproductie.
Begrippen:
Idee, concept, experiment, research, modellen, functionaliteit, het autonome, het decoratieve, relatie functie-vorm, maat, schaal, 2D naar 3D, ruimtelijk schetsen, reflecteren, de opdracht(gever), werkboek bijhouden
Materialen/technieken:
karton, tape, plaathout, halfproducten, handgereedschap, zagen, steken, raspen, schuren, elektrisch handgereedschap waaronder lamello en frees, verbindingstechnieken(individueel bepaald), bevestigingsmiddelen en technieken.
Hoofddomein: Vormgeving
Onderwerpen: Illustratie, kleur
Begrippen: Verbaal gegeven, interpretatie, via schetsen naar idee, kleurcontrasten, kleurverloop, licht en kleur, verfhuid, structuur/textuur, helderheid/verzadiging en alle voorafgaande
Materialen/technieken: Tekentechnieken, collage, mixed media, aquarel, acryl
Opdrachten: boekje dier of plant/de speeltuin “Anders bekeken”, kleurenstudies
Media Vormgeving
Hoofddomein: Vormgeving
Onderwerpen: Samenhang tekst en beeld
Begrippen uit de toolkit maken
Objectieve Aspecten: licht, kleur, vorm, ruimte, geluid, tijd
Handelingen: rangschikken, construeren, modelleren (vector graphics, animatie,)
Subjectieve motivatie: associatie, fantasie, idee
Ordening: overeenkomst, compositie, verhouding, richting, verbinding
Materialen/technieken:
Adobe illustrator, materiaal analoog/digitaal
Opdrachten:
De student krijgt een aantal opdrachten waarin beeldende typografie centraal staat.
De samenhang tussen inhoud, vorm, materiaal en techniek wordt besproken. Er wordt klassikaal les gegeven over een aantal technieken. Aan de hand van opdrachten gaat student de behandelde lesstof oefenen onder begeleiding van de docent. Sommige opdrachten zijn bedoeld om de verbeelding van de student te prikkelen. Andere opdrachten zijn bedoeld als oefeningen om de technieken te begrijpen. De studenten kunnen voor een deel hun opdrachten tijdens de les uitvoeren een voor een deel tijdens de 8 uren huiswerk per week die bij dit vak horen.
3D Vormgeving
Hoofddomein: Vormgeving
Onderwerpen:
Productvormgeving, omgevingsfactoren, functionaliteit, opdrachtgever, conceptontwikkeling, werkplaatsomgeving, voorstudie, werken met halfproducten, modellen maken, werken vanuit materiaal naar vorm en idee en andersom, transfer (vanuit lesblok 3), beeldproductie.
Begrippen:
Idee, concept, experiment, research, modellen, functionaliteit, het autonome, het decoratieve, relatie functie-vorm, maat, schaal, 2D naar 3D, ruimtelijk schetsen, reflecteren, de opdracht(gever), werkboek bijhouden
Materialen/technieken:
karton, tape, plaathout, halfproducten, handgereedschap, zagen, steken, raspen, schuren, elektrisch handgereedschap waaronder lamello en frees, verbindingstechnieken(individueel bepaald), bevestigingsmiddelen en technieken.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Academie Minerva