Vak: Taal 3 credits: 5

Vakcode
ALVH21TAAL3
Naam
Taal 3
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
M. Wassenaar
Werkvormen
  • Hoorcollege
  • Opdracht
  • Werkcollege
Toetsen
  • Taal 3 - Computer, organisatie ToetsCentrum

Leeruitkomsten

De module taal 4 levert een bijdrage aan de volgende programma leeruitkomsten op eindniveau (PLU): 
PLU 2 De startbekwame leerkracht voert passende interventies uit op individueel en (sub)groepsniveau ter bevordering van het leerproces van leerlingen.  
PLU 3 De startbekwame leerkracht creëert, gebaseerd op de kennisbasis, een leeromgeving waarin geleerd wordt.  
PLU 4 De startbekwame leerkracht ontwerpt planmatig onderwijs passend bij de doelgroep en verantwoordt zijn keuzes.  
PLU 6 De startbekwame leerkracht waardeert* zijn beroepshouding en handelingsrepertoire door middel van reflectie op zijn opvattingen en bekwaamheden.  
PLU 7 De startbekwame leerkracht verbetert zijn eigen beroepspraktijk door praktijkgericht onderzoek. 

 

Inhoud

Samenvatting inhoud: 
referentiekader, tussendoelen en leerlijnen 
mondelinge taalvaardigheid 
gevorderde geletterdheid 
taaldidactiek (oude kind) 
eigen taalvaardigheid van studenten (naar 4F) + literaire competentie 
kennisbases Nederlands en Engels 
Engels: CLIL 
 
Didactiek 
  • De student past de tussendoelen van het taalonderwijs op de basisschool toe bij het vormgeven van (thematische) activiteiten gericht op mondelinge taalvaardigheid en geletterdheidsontwikkeling bij het oude kind. 
  • De student ontwerpt met behulp van didactische inzichten betekenisvol taalonderwijs voor het oude kind, rekening houdend met kenmerken van een stimulerende leeromgeving. 
  • Engels: lesontwerp op basis van de "schijf van 5" 
 
Eigen taalvaardigheid 
  • De student leest toegepast wetenschappelijke teksten op 4F-niveau[1] over mondelinge taalontwikkeling en geletterdheid in het basisonderwijs. 
  • De student voert, naar aanleiding van de gelezen artikelen, gesprekken met medestudenten en docent over de inhoud ervan met als doel begripsverhoging en uitbreiding van het didactisch repertoire. 
  • De student voert met medestudenten en docent gesprekken waarin de literaire competentie wordt aangetoond.  
  • De student kan een stimulerende Engelse omgeving creëren door het gebruik van leermiddelen met de focus op spreken en luisteren, met specifieke aandacht voor het oude kind. 
 
Onderliggende begripskennis voor het behalen van de leeruitkomsten 
  • De student past de begrippen toe, met betrekking tot mondelinge taalvaardigheid en geletterdheid uit de Kennisbasis Taal, daaronder begrepen de kennisbasis Engels.  
  • De student past de wettelijke kaders toe voor mondeling- en schriftelijk taalonderwijs (kerndoelen, tussendoelen en de referentieniveaus). 
 

 

School(s)

  • Instituut voor Sportstudies