Vak: Didactisch methodisch handelen in het basisonderwijs credits: 5

Vakcode
ALVP20DIDBO
Naam
Didactisch methodisch handelen in het basisonderwijs
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
E. Frerichs
Werkvormen
  • Probleem gestuurd onderwijs
Toetsen
  • Didactisch methodisch handelen BO - Performance assessment

Leeruitkomsten

Competentieniveau: inleidend 
De module DIDBO levert een bijdrage aan de volgende programma leeruitkomsten in de propedeuse (PLUP): 
PLUP1 De opleidbare leerkracht voert zelfontworpen onderwijsactiviteiten uit waarbij hij op een positieve manier contact maakt met leerlingen. 
PLUP3 De opleidbare leerkracht gebruikt bij het lesgeven eenvoudige didactische vuistregels zoals omschreven in de landelijke kennisbasis. 
PLUP7 De opleidbare leerkracht werkt samen met medestudenten en collega's om de leeromgeving van leerlingen te verbeteren. 
 
Module leeruitkomsten die bij module DIDBO getoetst worden zijn: 
  • De student realiseert passende bewegingsactiviteiten, waarbij hij tijdens het lesgeven lln. waardeert, aanmoedigt en actief begeleidt om gestelde doelen te realiseren met aandacht voor een fysiek veilige leeromgeving (PLUP1) 
  • De student ontwerpt doelgericht samenhangende bewegingsactiviteiten binnen een bewegingsthema passend bij de doelgroep basisonderwijs op basis van vakinhoudelijke overwegingen en verantwoordt gemaakte keuzes. (PLUP3) 
  • De student maakt gebruik van effectieve instructie(s) en heeft aandacht voor een efficiënt verloop van de bewegingsactiviteit.(PLUP 3)  
  • De student blikt navolgbaar terug op het ontwerp en de uitvoering van de leerlijn. (PLUP7) 

Inhoud

De student gaat aan de slag met didactisch handelen om kinderen motorisch vaardiger te maken in de context basisonderwijs. De student leert theorieën over methodiek en didactiek en past die toe in de praktijk. Er worden verschillende methodieken behandeld waarbij de 12 leerlijnen, 36 bewegingsthema’s (SLO, 2006) en de ‘fundamental movement skills’ gericht op het basisonderwijs centraal staan.  
De student gaat in de praktijkzaal aan de slag met de leerlijnen en leert hoe hij binnen een leerlijn kan differentiëren door de oefeningen aan te passen op het niveau van de doelgroep. Hierbij is het nodig om de theorie uit de OKI-colleges toe te passen. Tijdens de colleges in de praktijkzaal zal zowel de inhoud van de leerlijnen (methodiek) als de wijze waarop ze aangeboden worden (didactiek) centraal zijn. De student ontwikkelt zowel de inhoudelijke kennis op het gebied van de leerlijnen/bewegingsthema’s als zijn vaardigheid op het gebied van lesgeven.  
Het onderwijs wordt afgerond met een performance assessment en een verslag ter onderbouwing. De student laat zien hoe hij aan een deel van de klas een les geeft vanuit een bewegingsthema met activiteiten vanuit een logische aanleer volgorde. Hierbij past hij de aangeboden didactiek uit het blok toe en houdt rekening met niveauverschillen binnen de groep t.a.v. het bewegen. 

 

School(s)

  • Instituut voor Sportstudies