Vak: M&O Samenleving in transitie 2 credits: 3

Vakcode
BVVH16MOTRANS2
Naam
M&O Samenleving in transitie 2
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
3
Taal
Nederlands
Coördinator
-
Werkvormen
  • Gastcollege
  • Individueel
  • Opdracht
  • Practicum / Training
  • Werkcollege
Toetsen
  • M&O Samenl trans2 - Professioneel product

Leeruitkomsten

Competenties niveau Competenties: niveau
Specifiek:
1.Initiëren en sturen
2.Ontwerpen,
3.Specificeren
6.Monitoren, toetsen en evalueren
 
2
2
2
2
Generiek:
1.Onderzoeken
2.Communiceren en samenwerken
3.Managen en innoveren
 
2
2
2

Leeruitkomsten

De student:

1. Verkent, op inhoudelijk passende wijze, een actueel maatschappelijk thema of ruimtelijke opgave, aan de hand van een concreet onderwerp of casus,

- relateert deze aan (de inrichting van) onze leefomgeving,

- geeft inzicht in de (uiteenlopende) perspectieven en belangen van relevante stake- en shareholders;

2. Overziet de eigen werkzaamheden, plant deze op een resultaatgerichte wijze in en realiseert eindresultaten binnen de gestelde termijnen;

3. Verzamelt op een systematische en gestructureerde wijze, relevante informatie (achtergronden, inzichten, standpunten), gebruik makend van relevante onderzoekstechnieken.

4. Verwerkt de verkregen informatie op een verantwoorde manier tot inhoudelijk samenhangende (eigen) opvattingen en verdiepende inzichten, gebruik makend van passende theorie, begrippen en relevante bronnen;

5. Verstrekt de verwerkte informatie in een helder gestructureerde, inhoudelijk samenhangende (betoog/redeneerlijn), doelgroepgerichte en correct geformuleerde/geschreven presentatie of artikel, voorzien van relevante (praktijk) voorbeelden.

6. Werkt met een medestudent en/of in werkgroepen op een proactieve en constructieve wijze samen;

Inhoud



De komende reeks SIT 2 bijeenkomsten richt zich op de achtergronden en kenmerken van de actuele bevolkingsontwikkeling (krimp) en de effecten daarvan voor nu en in de toekomst. Daarbij staat de situatie in Noord Nederland centraal, maar om deze goed te kunnen begrijpen en plaatsen is ook een (inter)nationale vergelijking noodzakelijk. Een terugkerende vraag is: wat leert het ons voor Noord Nederland en voor later?     
Studenten veriichten in duo’s deelstudies die allen verbonden zijn met het centrale thema (zie overzicht subthema’s bij 9. opdrachtsomschrijving) . Daarin werken de duo’s tezamen aan een rijk en genuanceerd beeld en ontwikkelt een gedeeld begrippenkader.
De focus ligt op ruimtegebruik, leefomgeving en openbare ruimte, daarvan uit is er ook aandacht voor vastgoed, voorzieningen, wonen en werken. Daarbij  wordt actief gebruik gemaakt van kennis uit diverse andere vakgebieden, zoals de geografie en sociologie.
Naast een verdieping in de thematiek leiden de diverse activiteiten ook tot een breder inzicht in de verschillende posities, ambities en initiatieven van partijen. Studenten gaan op zoek naar nieuwe vormen van samenwerking in de regio’s en de betrokkenheid van de samenleving. 
 
De studenten bestuderen, zelfstandig en in duo’s, verschillende bronnen over bovenstaande thematiek, luisteren naar diverse gastsprekers, spreken met stake- en shareholders en gaan op werkbezoek bij sleutelprojecten. De tussentijdse uitkomsten van alle verkenningen worden besproken tijdens de werkcolleges. Daarin worden kern(begrippen) benoemd en verbanden gelegd. Zo mogelijk leidt dat tot de benoeming van voorwaarden en kansen voor een leefbare, gezonde en duurzame leefomgeving in gebieden die te maken hebben met demografische transitie (krimp).
Alle werkzaamheden leiden uiteindelijk tot een reeks artikelen die de studenten presenteren in een klein symposium voor studiegenoten en anderen.
 
De onderliggende vragen die zowel tijdens deze onderwijseenheid als ook tijdens het symposium centraal staan, zijn:
  • Op welke wijze kunnen professionals/ingenieurs bijdragen aan een toekomstgerichte leefomgeving (wonen, werken, voorzieningen, ruimtelijke kwaliteit), rekening houdend met de belangrijke demografische ontwikkelingen?
  • Wie zijn de belangrijke stake- en shareholders in het professionele en politieke debat over demografische ontwikkelingen (transitie) in relatie tot onze gebouwde omgeving?
  • Wat zijn daar de achterliggende overwegingen en standpunten en wat zijn verwachte effecten van specifieke keuzen (voorbeelden)?

School(s)

  • Instituut voor Future Environments