Vak: Onderzoek credits: 5

Vakcode
HDDA1ONZ
Naam
Onderzoek
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
K. Zoethout
Werkvormen
  • Opdracht
  • Werkcollege
Toetsen
  • LOP 1B - Overige toetsing
  • Opdracht - Opdracht

Leeruitkomsten

Leeruitkomsten Onderzoek

Eindkwalificaties en het niveau:

Met het succesvol afronden van Onderzoek 1 toont de student aan dat hij de eindkwalificaties Onderzoeken, Ba-B, Ba-C en Ba-D beheerst op niveau 1. De eindkwalificatie Onderzoeken houdt in:
 
  • Ba-B: De student past, vanuit een gekozen onderzoekparadigma, de volgende stappen uit de onderzoekcyclus consistent toe: na een probleemanalyse formuleert hij een doelstelling, schrijft een theoretisch kader, eindigt daarin met een richtinggevende vraagstelling en kiest een passende onderzoeksmethode. Deze stappen worden consistent uitgevoerd en de student is transparant in de keuzes die hij hierbij gemaakt heeft.
  • Ba-C: De student past, vanuit een gekozen onderzoekparadigma, de volgende stappen uit de onderzoekcyclus consistent toe: Hij ontwikkelt één of meerdere passende meetinstrumenten, verzamelt data en analyseert deze op een inzichtelijke wijze tot resultaten en trekt op basis van deze resultaten conclusies die aansluiten bij de geformuleerde vraagstelling.  Deze stappen worden consistent uitgevoerd en de student is transparant in de keuzes die hij hierbij gemaakt heeft.
  • Ba-D: De student schat achteraf de waarde in van onderzoeks- dan wel praktijkkennis gelet op  praktische bruikbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit.
 
Leeruitkomsten
Met het succesvol afronden van Onderzoek 1 worden de volgende leeruitkomsten gerealiseerd:
 
  • Leeruitkomst 1 (Ba-B):
De student analyseert in groepsverband in een eigen casus een te onderzoeken vraag en formuleert op basis van deze analyse een passende doelstelling en hoofdvraag voor een diagnostisch onderzoek. (toepassen)
  • Leeruitkomst 2 (Ba-B):
De student schrijft in groepsverband op basis van zelfgeselecteerde literatuur een theoretisch kader, waarin hij zowel definities van variabelen verkent en beargumenteert tot een keuze komt voor een definitie in zijn onderzoek als  relaties tussen afhankelijke en onafhankelijke variabelen beschrijft. Dit betoog eindigt in een conceptueel model en passende deelvragen. (toepassen)
  • Leeruitkomst 3 (Ba-C):
De student past kennis toe over het construeren van een onderzoeksinstrument door in de context van een casus in groepsverband een enquête of interviewschema op te stellen en daarbij gemaakte keuzes te beargumenteren. (toepassen)
  • Leeruitkomst 4 (Ba-C):
De student stelt in de context van een gestructureerde casus in groepsverband een compleet overzicht op van de resultaten en formuleert daarbij een samenhangende en overzichtelijke beschrijving, waarbij grafieken functioneel worden gebruikt. (toepassen)
  • Leeruitkomst 5 (Ba-C):
De student formuleert in de context van een gestructureerde casus in groepsverband de beantwoording van de hoofd- en deelvragen in het hoofdstuk conclusies en een passend advies op basis van de getrokken conclusies. (toepassen)
  • Leeruitkomst 6 (Ba-D):
De student reflecteert in de context van een gestructureerde casus individueel aan de hand van de thema’s literatuur, opzet van het onderzoek en uitvoering van het onderzoek op de bruikbaarheid van het uitgevoerde onderzoek. (toepassen)
 

Leeruitkomsten LOP

  1. De student vergelijkt de inhoud van de begrippen vaardigheden, kwaliteiten, eigenschappen en ontwikkeling uit de aangegeven literatuur, met de vooraf opgestelde eigen verwachtingen over de inhoud van die begrippen en reflecteert daarbij op de verschillen.
  2. De student reflecteert op het eigen professionele handelen en de ontwikkeling van zijn beroepscompetenties door middel van inbreng en bespreking van casuïstiek. Daarbij analyseert hij onder begeleiding van de docent op systematische wijze de casuïstiek met behulp van het basisintervisiemodel (Korthagen).

 

Inhoud

Inhoud Onderzoek

In deze cursus leert de student een onderzoekende houding te ontwikkelen en past hij onderzoeksvaardigheden, inclusief het opzoeken van relevante literatuur, toe op het analyseren van organisatieproblemen. Hierbij doet hij onderzoek binnen de eigen organisatie zodat hij aan den lijve kan ondervinden hoe het is om deel uit te maken van een bepaald werkelijkheidsbeeld en hoe hij dit vervolgens kan ontstijgen.


Inhoud LOP

In de propedeuse maakt de student een start met zijn ontwikkeling als professioneel beroepsbeoefenaar. Voor een deel heeft hij zich natuurlijk al ontwikkeld en neemt hij ervaringen mee waardoor hij is gegroeid. Vanuit de praktijkervaring heeft de student misschien al bewust geoefend met professioneel gedrag en bijbehorende vaardigheden. Mogelijk zelfs al in een HR-gerelateerde context. Is hij bijvoorbeeld een teamspeler, collegiaal ingesteld en beschikt hij over empathisch vermogen en flexibiliteit? Of ligt zijn kracht juist in innovatief denken of assertiviteit? Zo kent professioneel gedrag vele competenties die men bewust of onbewust inzet om te kunnen floreren in een professionele beroepsomgeving. Ook kan het zijn dat men ergens minder goed in is, dat men wil onderzoeken wat hier achter zit zodat men met nieuwe inzichten over zichzelf weer verder kan groeien. Dit boeiende leerproces gaat gepaard met bewustwording van zichzelf als persoon en professional in verschillende situaties op de werkvloer en gedurende de HRM-opleiding.

Om dit leerproces in gang te zetten, leert de student tijdens de LOP-bijeenkomsten goed te reflecteren op zichzelf als HR-professional in wording. Dit doet hij samen met medestudenten onder begeleiding van een LOP-docent. O.a. de volgende vragen worden onder de loep gelegd: Wat betekent professionele ontwikkeling in de HR-context? Welke competenties komen daarbij kijken? Wat is professionele ontwikkeling überhaupt? Hoe word ik mij bewust van mijn professionele gedrag? Waar ligt mijn kracht en waar kan en wil ik nog in groeien? Tijdens de LOP-bijeenkomsten besteden we hier aandacht aan. De student legt in het eerste jaar van de opleiding de basis voor verdere professionele groei. Aan het einde van de studie kan hij hier trots op terug kijken!

LOP heeft uiteindelijk vooral te maken met het vergroten van de eigen deskundigheid en professionaliteit, zoals:

• problematiseren, analyseren en verhelderen van het professioneel handelen;

• optimaliseren van de kwaliteit van het persoonlijk beroepsmatig functioneren;

• adviseren en aandragen van oplossingsalternatieven;

• actief luisteren, tonen van inlevingsvermogen en reflecteren;

• feedback geven en ontvangen;

• reflecteren op de eigen competentieverwerving;

• bewust worden van de rol, positie en de verhouding van de HRM’er in een bedrijf.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Bedrijfskunde