Vak: Conceptuele onderwijseenheid individu en maatschappij: sociologie credits: 2

1.3    Zelf-en samenzorg versterken
De student kan zelf-en samenzorg van mensen, hun naasten en hun sociale netwerk, ondersteunen met als doel het behouden of verbeteren van het dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid en ziekte en kwaliteit van leven
Specifiek voor deze periode:
1.3.1    De student kent principes van zelf-en samenzorg (en), copingstijlen en systeembenaderingen (systeem: de zorgvrager in relatie tot voor hem/haar belangrijke anderen).
1.3.2    De student kent benaderingen van zorg die zelf- en samenzorg bevorderen
3.2 Gezamenlijke besluitvorming
De student kan systematisch overleggen in dialoog met de zorgvrager en diens naasten over de te verlenen verpleegkundige zorg en zorgdragen voor een expliciete afweging van verschillende kennisbronnen en de waarden van de zorgvrager in het besluitvormingsproces.
Specifiek voor deze periode:
         3.2.3     De student kent diversiteit, etnische en culturele en levensbeschouwelijke achtergronden en ideologische overtuigingen.

6.2    Coördinatie van zorg
De student kan kennis en informatie gericht op het garanderen van een ononderbroken betrokkenheid van de noodzakelijke zorgverleners bij het zorgverleningsproces van de zorgvrager door de tijd heen delen
Specifiek voor deze periode:
6.2.1 De student kent in het kader van ketenzorg de verschillende actuele organisaties en organisatievormen  in de gezondheidszorg.

6.2.2 De student kent de organisatie en de bekostiging van de gezondheidszorg op micro-, meso- en macroniveau.

Competentieniveau (CBN, BN2020)
Propedeuse: oriënteren