Vak: Ensemblespel 3 credits: 4

Vakcode
MZVB17ENS4
Naam
Ensemblespel 3
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
4
Taal
Engels, Nederlands
Coördinator
M. Bodewes-de Vries
Werkvormen
  • Practicum / Training
  • Projectonderwijs
  • Werkvorm 1
Toetsen
  • semester 7 - Overige toetsing
  • semester 8 - Overige toetsing

Leeruitkomsten

Visie en Creativiteit: De musicus is artistiek gedreven en is in staat om opvattingen en overtuigingen op het eigen vakgebied te verwerven en te communiceren in de muzikale beroepspraktijk.
Communicatie: De musicus kan zijn handelen in verschillende contexten effectief en efficiënt over brengen en de artistieke betekenis van muziek uitdragen naar anderen.
Vermogen tot Samenwerken: De musicus is in staat om samen met andere betrokkenen een actieve bijdrage aan een gezamenlijk product of proces te leveren.
Het Ambacht: De musicus onderhoudt een breed scala aan vaktechnische kennis en vaardigheden, die hem in staat stellen zowel binnen de nationale als de internationale beroepscontext te functioneren.
Analytisch vermogen: De musicus kan muziek (cognitief) ontleden.
Omgevingsgerichtheid: De musicus is alert op ontwikkelingen in de samenleving en integreert deze in zijn muziekpraktijk.
Innovatie: De musicus als performer is in staat om het eigen vakgebied te verkennen en ermee te experimenteren, wat tot uiting komt in innovatieve muzikale processen en producties.
Methodisch/reflectief handelen: De musicus is in staat om methodisch en professioneel te handelen, kan hierop reflecteren en is zelfstandig, en met en voor anderen, in staat tot terugkoppeling.

Inhoud

Kamermuziek
  • Alle strijkers, hout- en koperblazers spelen gedurende alle vier jaren in minstens twee ensembles per jaar, waarbij ernaar gestreefd wordt dat alle voor de verschillende instrumenten relevante periodes uit de muziekgeschiedenis aan bod komen.
  • Pianisten/organisten/klavecinisten/harpisten/gitaristen worden ingedeeld in minstens één heterogeen ensemble per jaar. Zij kunnen, indien repertoire daartoe noodzaakt, en in overleg met de ensemble coördinator, een duo vormen met een instrumentalist of zanger of met een andere pianist als pianoduo. Organisten en klavecinisten volgen in semester 1 van het 1e jaar alleen lessen basso continuo. Vanaf het 2e semester van jaar 1 moeten zij ook Kamermuziek volgen.
  • Zangers worden ingedeeld in minstens één heterogeen ensemble per jaar en mogen één duo per jaar vormen met een pianist/organist/klavecinist/harpist/gitarist of met een andere vocalist als zangduo.
  • Slagwerkers participeren, naast het volgen van het studieonderdeel "slagwerkensemble" (zie elders), in minstens één heterogeen ensemble per jaar.
Correpetitie
Individueel wordt gewerkt aan de vorming tot professioneel musicus. De correpetitor coacht de student bij verdieping van het repertoire, daarbij de pianopartij verzorgend, mede in relatie tot het samenspel en de uitvoeringspraktijk. De correpetitor bereidt de student voor op tentamens en examens en begeleidt de student op lunchconcerten en voorspeelavonden.

Correpetitie Historische Uitvoeringspraktijk (HUP)
De student werkt samen met de correpetitor aan repertoire uit laat 17e en/of eerste helft 18e eeuw, waarbij uitvoeringspraktijk centraal staat. Strijkers werken tenminste met een barokstok.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Prins Claus Conservatorium