Vak: Basisscholing Leren en doceren 1 credits: 4

Studenten doen eerste ervaringen rondom het geven van instrumentale lessen op door elkaar les te geven. De module bestaat uit 10 lessen waarvan de eerste lessen in het teken staan van het voorbereiden van het geven van de lessen. De focus van deze introducerende lessen ligt op het vaststellen van de beginsituatie, doelen, de lesplanning en het kiezen van geschikt repertoire voor de lessen aan een medestudent. De laatste 6 lessen staan in het teken van het begeleiden van het lesgeven. De lessen krijgen dan het karakter van een werkplaats waarin studenten door middel van video materiaal casussen uit hun lessen aan de orde kunnen stellen en ze feedback ontvangen van docent en medestudenten.

De wekelijkse pedagogieklessen focussen zich op de onderwerpen: lesplanning, ontwikkelingspsychologie. In de pedagogieklessen worden onderwerpen behandeld uit de muziek pedagogiek en psychologie, toegespitst op het geven van instrumentale/vocale muziekles. De lessen hebben het karakter van zowel werkcolleges als van een werkplaats waarin samenwerkende studenten opdrachten uitwerken en aan elkaar presenteren. Er wordt lesgegeven aan gemengde groepen die bestaan uit studenten van zowel de klassieke als de jazz afdeling en Nederlandstalige en niet-Nederlandstalige studenten. In de lessen wordt gewerkt met (literatuur)opdrachten en worden vaardigheden getraind. Studiemateriaal moet ter voorbereiding thuis worden gelezen. Voor de verschillende thema’s wordt een afsluitende opdracht gegeven. Opdrachten zijn te vinden op Blackboard en moeten daar ook worden ingeleverd. De lessen zijn wekelijkse bijeenkomsten van een uur. In het les overzicht worden de lesdata, de behandelde thema’s en de bijbehorende literatuur aangegeven.

Tijdens de stage verzorgt de student instrumentale lessen voor een leerling. De student focust tijdens de lessen op aspecten van instrumentale techniek en methodiek en op pedagogische aspecten als: lesplanning en ontwikkelingspsychologie tegen de achtergrond van leerprocessen. De genoemde aspecten worden toegepast in een stage. De stage wordt begeleid vanuit stagewerkplaats(en) waarbij verschillende ‘peers’ betrokken zijn. Studenten observeren elkaars lessen en worden vanuit de werkplaatsen begeleid bij het geven en ontvangen van constructieve feedback aan elkaar en aan hun leerlingen.

Vakmethodiek wordt gegeven door instrument specifieke vakmethodiek docenten. De lessen vakmethodiek vinden wekelijks plaats en duren in principe 50 minuten. De lestijden spreekt de student met de docent vakmethodiek af. Vakmethodiek is instrument specifieke methodiek dus de lessen worden gegeven aan studenten met hetzelfde hoofdvak of van eenzelfde instrumentgroep. Behandeld wordt in ieder geval: de methodiek van de techniek; de methodiek van het leren musiceren gekoppeld aan het en het repertoire voor het instrument. Waar mogelijk worden voor bepaalde onderwerpen studenten van de studierichtingen klassiek en jazz in een groep samengevoegd. De groepsgrootte kan in principe variëren van 1 tot 8 studenten. De methodiek van de techniek, de behandeling van het repertoire wordt afgesloten met een toets. Deze toets kan bestaan uit ofwel: een schriftelijke toets een mondelinge toets of een (aantal ) opdracht(en). Wanneer voor de toetsen een voldoende is gehaald is vakmethodiek afgesloten en worden bijbehorende studiepunten toegekend.