Vak: Basisscholing Leren en doceren 2 credits: 5

Vakmethodiek wordt gegeven door instrument specifieke vakmethodiek docenten. De lessen vakmethodiek vinden wekelijks plaats en duren in principe 50 minuten. De lestijden spreekt de student met de docent vakmethodiek af. Vakmethodiek is instrument specifieke methodiek dus de lessen worden gegeven aan studenten met hetzelfde hoofdvak of van eenzelfde instrumentgroep. Behandeld wordt in ieder geval: de methodiek van de techniek; de methodiek van het leren musiceren gekoppeld aan het en het repertoire voor het instrument. Waar mogelijk worden voor bepaalde onderwerpen studenten van de studierichtingen klassiek en jazz in een groep samengevoegd. De groepsgrootte kan in principe variëren van 1 tot 8 studenten.

De methodiek van de techniek, de behandeling van het repertoire wordt afgesloten met een toets. Deze toets kan bestaan uit ofwel: een schriftelijke toets een mondelinge toets of een (aantal ) opdracht(en). Wanneer voor de toetsen een voldoende is gehaald is vakmethodiek afgesloten en worden bijbehorende studiepunten toegekend.

De student verzorgt 15 instrumentale lessen aan een stageleerling en wordt daarbij begeleid door de vakmethodiek docent in de stagewerkplaats. Vanaf december start de student met het observeren en geven van lessen in de praktijk van een mentor in het werkveld voor de duur van 7 weken. Dit onderdeel van de stage wordt begeleid door de mentor.

Studenten exploreren, testen en onderzoeken materiaal en mogelijkheden voor het creëren van nieuw werk. Ze werken in de LAB bijeenkomsten toe naar een gezamenlijke performance. Deze ‘performance’ die de vorm heeft van een expositie is het eindresultaat van een maakproces waarin creativiteit , communicatie en groepsdynamiek centraal staat. Vanuit het maakproces krijgen studenten inzicht in groepsprocessen door: groepsopdrachten, praktijkvoorbeelden en action research. Er wordt na afloop van het project een mondelinge reflectie gegeven. De module is onderdeel van de ‘creative learning’ leerlijn.