Vak: Wetsuitvoering 2 credits: 5

Analyseren niveau 2:
De student analyseert onder begeleiding in een afgebakende complexe situatie sociaaljuridischevraagstukken rekening houdend met de omgeving en met gebruikmaking van meerdere juridische enniet-juridische bronnen. Hij plaatst daarbij de informatie in een sociale, maatschappelijke, culturele en persoonlijke context en gaat na wat de beïnvloedbare factoren zijn:

Leeruitkomsten:

         1. De student brengt van een afgebakende complexe sociaaljuridische praktijksituatie en/of een open probleemstelling de feiten in kaart, maakt daarbij een ordening op                 sociaaljuridische relevantie, formuleert van daaruit de (rechts)vragen, kan deze schriftelijk en/of mondeling beantwoorden en verantwoorden en plaatst de feiten waar                 nodig in een sociale, maatschappelijke, culturele en/of persoonlijke context.
         5. De student verwerkt bronnen in eigen tekst en brengt hierin verbanden aan.

Beoordelen niveau 2:
De student stelt onder begeleiding binnen een complexe maar afgebakende situatie gemotiveerd derechtspositie van en de rechtsgevolgen voor een cliënt (persoon of organisatie) vast waarbijmeerdere belangen en meerdere partijen een rol spelen:

Leeruitkomsten:

1. De student stelt op basis van wet- en regelgeving, jurisprudentie en literatuur de rechtspositie vast van de cliënt;
2. De student herkent daarbij meerdere belangen van meerdere betrokken partijen;
3. De student motiveert de beslissing waarbij hij rekenschap geeft van de verschillen in de belangen.

• 3. De student zet relevante argumenten in binnen een civiele of bestuursrechtelijke procedure of een buitengerechtelijk geschil.