Vak: propedeuseBeargumenteren van zorg A propedeuse niveau 1 credits: 20

Vakcode
HVMP24BVZA1
Naam
propedeuseBeargumenteren van zorg A propedeuse niveau 1
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
20
Taal
Nederlands
Coördinator
B.B. Visser
Werkvormen
  • Action learning
  • Werkcollege
Toetsen
  • Ondersteunen zelfmanagement - Overige toetsing
  • Persoonsgerichte communicatie - Overige toetsing
  • Verpleegkundig proces - Overige toetsing

Leeruitkomsten

 

  1. De beginnende beroepsbeoefenaar stelt met de zorgvrager en diens naasten door middel van klinisch redeneren, gebaseerd op evidence based practice, de behoefte aan verpleegkundige zorg vast en verleent deze zorg in complexe situaties.        
  2. De beginnende beroepsbeoefenaar stimuleert op cultureel sensitieve wijze het zelfmanagement van de zorgvrager en diens naasten, en sluit daarbij aan bij de behoeften van de zorgvrager en diens naasten.       
  3. De beginnende beroepsbeoefenaar communiceert op persoonsgerichte en interprofessionele wijze met de zorgvrager, diens naasten en betrokken zorgprofessionals zodat aangesloten wordt bij de behoefte van de zorgvrager en diens naasten.       
Indicatoren niveau 1 
  • Kan aan de hand van passende modellen en theorieën informatie verzamelen en combineren vanuit diverse bronnen in de verschillende fasen van het verpleegkundig proces.   
  • Stelt op basis van aangereikte theorieën en classificaties met betrekking tot klinisch redeneren het verpleegkundig proces vast en maakt keuzes op basis van de stappen van EBP en relevante wet- en regelgeving. 
  • Kan passende gesprekvaardigheden gebruiken om cultureel sensitieve en persoonsgerichte wijze aan te sluiten bij de zorgvrager en diens naasten.  
  • Kan beschikbare (zorg)technologie en data inzetten ter ondersteuning van professionele en persoonsgerichte communicatie met als doel het versterken van het zelfmanagement van de zorgvrager en diens naasten 

CanMedsrol : zorgverlener, communicator, reflectieve EBP-professional

Kernbegrippen uit BN2020 opleidingsprofiel 
 

  • Klinisch redeneren: het continu procesmatig gegevens verzamelen en analyseren gericht op het vaststellen van vragen en problemen van de zorgvrager, en het kiezen van daarbij passende zorgresultaten en interventies.   
  • Uitvoering van zorg: het verlenen van integrale zorg door zelfstandig alle voorkomende (inclusief voorbehouden en risicovolle) verpleegkundige handelingen in complexe zorgsituaties uit te voeren met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en vanuit een holistisch perspectief.   
  • Zelfmanagement versterken: het ondersteunen van zelfmanagement van mensen, hun naasten en hun sociale netwerk, met als doel het behouden of verbeteren van het dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid en ziekte en kwaliteit van leven.   
  • Persoonsgerichte communicatie: het actief luisteren naar de zorgvrager, informeren van de zorgvrager en deze in staat stellen keuzes te maken in de zorg en de zorgvrager als uniek persoon benaderen; op een natuurlijke manier gids, coach, expert of adviseur zijn, afhankelijk van het moment en de omstandigheden    
  • Inzet Evidence based practice (EBP): het in samenspraak met de zorgvrager (en/of diens netwerk), collega’s en andere disciplines afwegen van (1) actief gezochte recente (verpleegkundige) kennis uit (wetenschappelijke) literatuur, richtlijnen of protocollen, (2) professionele expertise en (3) persoonlijke kennis, wensen en voorkeuren van de zorgvrager en/of diens netwerk   
Professionele identiteitsontwikkeling 

De kernbegrippen, verpleegkundige leiderschap, professioneel gedrag, onderzoekend vermogen, professionele reflectie en morele sensitiviteit uit het beroepsprofiel BN2020 zijn ondergebracht in een persoonlijke en professionele (identiteit)ontwikkelingslijn. Deze kernbegrippen vormen een cluster met eigen leeropbrengsten maar worden in het curriculum geïntegreerd opgenomen in de deskundigheidsgebieden. 

Competentie beheersingsniveau (CBN, 2022)  

Binnen het eerste niveau is sprake van een midden complexe context waarbij de focus ligt op het methodisch toepassen van kennis en vaardigheden a.d.h.v. richtlijnen en protocollen in variërende maar soortgelijke situaties. De aard van de taak is gestructureerd waarbij bekende methoden worden toegepast.   Er is een opbouw in zelfsturing wat leidt tot een deels gestuurde, deels ongestuurde begeleiding. Met begeleiding tijdens de voorbereiding en de uitvoering waarbij aandacht is voor het leren van (strategische) planning, self-efficacy, motivatie en reflectie. De reflectie op het handelen is gericht op het weten en begrijpen, waarbij de focus ligt op vernieuwing.  

    Inhoud

    Narratief  
     

    Als zorgverlener is de verpleegkundige gericht op het versterken van het zelfmanagement van mensen in hun sociale context waar dat mogelijk is. De behoefte aan verpleegkundige zorg komt tot stand door middel van het klinisch redeneren van de verpleegkundige.  Klinisch redeneren is een continu proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de vragen en problemen van de zorgvrager en diens naasten.  Het verpleegkundig denken en handelen oftewel het klinisch redeneren kan in de verschillende werkvelden op verschillende manieren methodisch vormgegeven zijn. De verpleegkundige toont hierin een kritische, onderzoekende en reflectieve (basis) houding en verantwoordt het handelen vanuit verschillende kennisbronnen (EBP). In dit proces richt de verpleegkundige zich op risico inschatting, vroeg signalering, probleemherkenning, interventie en monitoring (LOOV, 2016).   


    Toetsing

    In deze module werk je aan je competenties op niveau 1 door een portfolio met diverse bewijsstukken samen te stellen. Voor elk bewijsstuk toon je aan hoe het bijdraagt aan de indicatoren. Dit kan variëren van onderbouwde verslagen en presentaties tot feedbackformulieren uit de praktijk en (simulatie)gesprekken. Alle indicatoren moeten uiteindelijk voldoende zijn behaald volgens beschreven criteria op de onderwijscourse. Voor de bewijsvoering kies je (grotendeels) zelf in welke vorm je dit gaat aantonen.   

    Tijdens de module ontvang je regelmatig feedback, zowel tijdens de onderwijsbijeenkomsten als van je werkbegeleider, wat je helpt je inzicht in je eigen ontwikkeling te vergroten en te bepalen welke stappen je nog moet nemen om de indicatoren voldoende te beheersen.   

    Halverwege en aan het einde van de module beoordelen we je voortgang en groei aan de hand van de verzamelde bewijsstukken en vragen daarbij ook reflecties op voor jou betekenisvolle situaties. Deze reflecties, die je persoonlijke en professionele (identiteits) ontwikkeling tonen, zijn ook de basis voor je verpleegkundig pleidooi aan het einde van je opleiding. De reflecties worden beoordeeld op de toegepaste reflectiemethodiek.  

    Aan het einde van de module krijg je een summatieve eindbeoordeling die aangeeft in hoeverre je de indicatoren beheerst. Bij onvoldoende groei en voortgang, krijg je specifieke feedback om je prestaties te verbeteren, met de mogelijkheid om extra bewijsstukken aan te leveren of bestaande aan te vullen. Je hebt recht op twee toetsmomenten per jaar om je groei en competentie te laten zien.  


    Inhoud en opdrachten  

    De inhoud van de module is gericht op het werken met de verschillende fasen binnen het verpleegkundig proces en het bevorderen van zelfmanagement door het leren toepassen van verschillende methodieken en classificaties. Je werkt met de verschillende fasen en je laat stapsgewijs zien dat je in staat bent om systematisch, valide en betrouwbaar informatie te verzamelen en te combineren. Door middel van individuele voorbereiding en de onderwijsbijeenkomsten ga je je voor iedere fase verdiepen in wat er nodig is om het proces goed te laten verlopen en het zelfmanagement van de zorgvrager en diens naasten te versterken. In de praktijk voer je de stappen van het verpleegkundig proces uit. Je leert daarmee te verantwoorden en de juiste keuzes te maken.  Dit verwerk je in onderbouwde bewijsstukken waaruit duidelijk wordt dat je in staat bent om, op basis van passende theorieën en classificaties, het zorgproces vast te stellen en uit te voeren. Tijdens communicatieve vaardigheidslessen leer je, aan de hand van diverse gespreksmodellen (o.a. het anamnese gesprek/ evaluatiegesprek) communicatieve vaardigheden om op persoonsgerichte en op professionele wijze te communiceren met de zorgvrager en diens naasten en je kunt dit demonstreren tijdens een (simulatie) gesprek als ook in de praktijk. Je maakt daarbij (indien nodig) gebruik van beschikbare ICT-mogelijkheden met als doel het zelfmanagement van de zorgvrager en diens naasten te versterken.   

    Daarnaast wordt tijdens de onderwijsbijeenkomsten als ook in de praktijk doorlopend aandacht besteed aan de persoonlijke en professionele (identiteit) ontwikkeling. Dit krijgt inhoud door het cyclisch (laten) invullen van de competentiescan, het opstellen van persoonlijke leerdoelen en het uitvoeren van een zelfevaluatie.  

     

    School(s)

    • Academie voor Verpleegkunde