Vak: Recht in het publieke domein credits: 5

Vakcode
SIREP9RPU1
Naam
Recht in het publieke domein
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
L.M. Lukkien-Wolters
Werkvormen
  • Hoorcollege
  • Individueel
  • Werkcollege
  • Zelfstudie
Toetsen
  • Recht in publiek domein - Computer, organisatie ToetsCentrum

Leeruitkomsten

Analyseren (niveau 1)
1.    De student selecteert feiten en bronnen op basis van (sociaal)juridische relevantie en betrouwbaarheid;
2.    De student formuleert in eigen woorden vragen op basis van de (sociaal)juridische relevante feiten;
3.    De student interpreteert deze geselecteerde feiten en vat ze samen om tot een beredeneerde conclusie te komen;
4.    De student formuleert mondeling en/of schriftelijk op basis van deze analyse een passende oplossing;
5.    De student herkent en omschrijft de verschillende rechtsgebieden, feiten en belangen van betrokkenen (bijv. cliënten) die spelen bij een (sociaal)juridisch vraagstuk;
6.    De student werkt op methodisch verantwoorde wijze met gebruikmaking van een plan van aanpak;
7.    De student vat bronnen samen op de kerngedachte.

 

Inhoud

De student maakt kennis met de basisbegrippen in het bestuurs(proces)recht. De volgende onderwerpen zullen onder andere aan de orde komen: besluit, belanghebbende, bestuursorgaan, algemene beginselen van behoorlijk bestuur, ontvankelijkheid, rechtsbescherming, bevoegdheidsverkrijging en bevoegdheidsuitoefening. Daarnaast zal jurisprudentie voorgeschreven worden ter ondersteuning van de hierboven beschreven onderwerpen. De student zal de nodige vaardigheden aangeleerd krijgen m.b.t. het analyseren van wetsartikelen en jurisprudentie. 
De student kan het bestuurs(proces)recht in de systematiek van wetgeving plaatsen en kan de verhouding tussen het openbaar bestuur en de burger nader duiden. De student kan bevoegdheden van het openbaar bestuur en bestuurshandelingen definiëren aan de hand van de Awb. De student kan daarbij aangeven wat de inhoudelijke en formele vereisten zijn van (rechts)handelingen door het openbaar bestuur en de rechtspositie van de cliënt vaststellen. De student kan de organisatie van het openbaar bestuur en de bevoegdheidsverkrijging daarvan typeren. De student kan actoren in het bestuursrecht definiëren. De student kan rechtmatig bestuur vaststellen aan de hand van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De student kan aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de werking van rechtsbescherming in Nederland typeren en toepassen. 

School(s)

  • Instituut voor Rechtenstudies