Vak: Medicijnontwikkeling credits: 5

Deze module kent de volgende leeruitkomsten: 

• Je legt de definitie van een medicijn uit en beschrijft de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen in de geschiedenis van de moderne medicijnontwikkeling. 
• Je beschrijft de toepassing van bioinformatica tools bij het ontwikkelen en analyseren van medicijnen en demonstreert hoe een medicijn op moleculair niveau werkt met behulp van een bioinformatica tool. 
• Je beschrijft verworven kennis over verschillende analysetechnieken in de farmaceutische industrie en koppelt met behulp van relevante literatuur methoden aan specifieke geneesmiddelen. 
• Je identificeert en benoemt, op basis van de chemische structuur en de interacties met het doelwit, de chemische kenmerken van een medicijn, zoals functionele groepen, farmacoforen, chirale centra, typen intermoleculaire interacties en waterstofbrug donoren/acceptoren. Je beoordeelt of het medicijn voldoet aan de Lipinski-regel van vijf en bepaalt of het een prodrug is, inclusief het type prodrug. 
• Je omschrijft de farmacokinetiek van geneesmiddelen, inclusief de opname, verdeling, metabolisme en uitscheiding, en hebt inzicht in de farmacodynamiek van geneesmiddelen, inclusief de werking en bijwerkingen. 
• Je beschrijft verschillende types van in-vitro screening die worden gebruikt in de preklinische fase en je legt op een eenvoudige manier de toepassing van biologische modellen in het testen van nieuwe geneesmiddelen uit. 
• Je presenteert klassikaal vanuit interdisciplinaire gezamenlijkheid en op overtuigende wijze de opgedane kennis en toepassing van het specifiek gekozen medicijn, waarbij je het publiek gezamenlijk en ieder vanuit elke domein-expertise informeert over de ontstaansgeschiedenis, de toepassing én alle passende technisch-relevante kennisgebieden van het medicijn.